Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), uit [plaats] ,
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
(30 juli 2021 tot en met 24 oktober 2021) is een ernstige inbreuk gemaakt op het recht op respect voor het privéleven van eisers als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het EVRM [3] . Op de beelden zijn eisers te zien op de momenten dat zij vertrekken van en arriveren bij hun woning. Met dit ingrijpende onderzoeksmiddel is een min of meer compleet beeld verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van eisers.
(7 april 2021 tot en met 30 aug 2021) 41 waarnemingen verricht bij de (ondergrondse) parkeerplaats van het appartementencomplex waar eisers wonen. De waarnemingen zijn van korte duur geweest (maximaal tien minuten) en gericht op de vaststelling of een auto al dan niet aanwezig was op de parkeerplaats behorende bij het uitkeringsadres.
1 mei 2021 tot en met 4 september 2021. Eisers menen dat het onredelijk is om hen dat tegen te werpen. Zij wijzen op een brief van hun bewindvoerder (d.d. 14 oktober 2021) waaruit zou volgen dat de ontvangst van deze bedragen door de bewindvoerder werd gedoogd.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.674,00.