9.1.Omdat de beroepen in de zaken BRE 21/3601, 21/3602 en 21/3604 gegrond zijn moet de inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoeden en krijgt belanghebbende ook een vergoeding van zijn proceskosten. De rechtbank is van oordeel dat de zaken moeten worden aangemerkt als samenhangende zaken. Voor een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase bestaat geen aanleiding, omdat niet is gesteld of gebleken dat daarom is verzocht vóór het doen van de uitspraak op bezwaar.De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt belanghebbende een vast bedrag per proceshandeling. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 837. De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend en heeft aan de zitting van de rechtbank deelgenomen. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.674.
Beslissing
- verklaart de beroepen in de zaken BRE 21/3601, 21/3602 en 21/3604 gegrond voor zover deze betrekking hebben op de boetebeschikkingen;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze betrekking hebben op de boetebeschikkingen;
- vermindert de vergrijpboeten tot € 4.728 (zaak BRE 21/3601), € 10.324 (zaak BRE 21/3602), € 9.475 (zaak BRE 21/3603) en € 11.080 (zaak BRE 21/3604);
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.481;
- veroordeelt de Minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.019;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 49 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.674 aan proceskosten aan belanghebbende.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. den Braber-Riemens, voorzitter, en mr. M.H. van Schaik en mr. J.H. Bogert, rechters, in aanwezigheid van mr. B.W. Liu, griffier, op 22 december 2023. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. De griffier is verhinderd om deze uitspraak te ondertekenen.
Voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft pas uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist.