ECLI:NL:RBZWB:2023:5215
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en zorgverzekeringswet met betrekking tot bron van inkomen en aftrek specifieke zorgkosten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juli 2023, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende navorderingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2013 en 2015, waarbij hij het belastbaar inkomen uit werk en woning en het inkomen uit sparen en beleggen vaststelde. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de inspecteur verklaarde deze ongegrond. De rechtbank behandelt de beroepen en onderzoekt of de inspecteur beschikte over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt, of de activiteiten van belanghebbende als bron van inkomen kunnen worden aangemerkt, en of belanghebbende recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten.
De rechtbank concludeert dat de inspecteur bevoegd was om de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2013 op te leggen, omdat hij niet bekend was met de feiten die de navordering rechtvaardigden. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de activiteiten van belanghebbende niet kunnen worden aangemerkt als een bron van inkomen, omdat er geen objectieve voordeelsverwachting was. De rechtbank wijst ook de verzoeken om hogere aftrekken voor specifieke zorgkosten af, omdat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de hogere uitgaven. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslagen in stand blijven en belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.