Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname waaruit blijkt dat op 4 oktober 2022 ter uitvoering van een Europees Onderzoeksbevel (hierna: EOB) onder [verdachte] in beslag zijn genomen: een telefoon van het merk Apple, type Pro Max 13, kleur goud; en een netwerkschijf inclusief adapter van het merk Synology, kleur zwart;
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 Wetboek van Strafvordering waaruit blijkt dat op 4 oktober 2022 ex artikel 94 een geldbedrag van € 2.000,00 en van € 2.665,00 in beslag is genomen;
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 5 oktober 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- het verweerschrift van de officier van justitie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de
rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak
of ontnemingsprocedure te treden.
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).