ECLI:NL:RBZWB:2022:8084
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om teruggaaf van dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsinstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting door een in het Verenigd Koninkrijk gevestigd beleggingsfonds. Het fonds had verzocht om teruggaaf van ingehouden dividendbelasting over de boekjaren 2004/2005 tot en met 2014/2015. De inspecteur van de Belastingdienst had deze verzoeken afgewezen, omdat het fonds niet voldeed aan de voorwaarden voor een fiscale beleggingsinstelling (fbi) en niet had ingestemd met een vervangende betaling. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur de afwijzing terecht had gedaan, aangezien het fonds niet aannemelijk had gemaakt dat het vergelijkbaar was met een fbi, met name met betrekking tot de dooruitdelingseis. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad en het Gerechtshof, waarin was vastgesteld dat buitenlandse beleggingsinstellingen niet automatisch recht hebben op teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees ook het verzoek om vergoeding van rente af, omdat er geen recht op teruggaaf bestond. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.