ECLI:NL:RBZWB:2022:5653
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet beoordeeld. Eiser, die alleenstaand is en in [plaatsnaam] woont, had op 13 september 2020 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg op 13 november 2020 werd afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 11 februari 2021, waarbij het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 22 juli 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar het college niet. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met zes weken verlengd.
De rechtbank beoordeelt of het college op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen, aan de hand van de argumenten van eiser. Eiser heeft inkomsten uit arbeid, maar deze zijn lager dan de bijstandsnorm. De rechtbank stelt vast dat eiser onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over contante stortingen op zijn bankrekening en de leningen van vrienden en familie. De rechtbank concludeert dat het college op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen, omdat eiser niet heeft aangetoond dat hij bijstandsbehoevend is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.