In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 september 2022, wordt het beroep van belanghebbende tegen de beschikking van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende een beschikking afgegeven voor de toepassing van het kwarttarief voor motorrijtuigenbelasting voor zijn kampeerauto, met ingang van 7 september 2020. Belanghebbende had verzocht om toepassing van dit tarief, maar was van mening dat de ingangsdatum van het kwarttarief eerder had moeten zijn, namelijk op de datum van tenaamstelling van de kampeerauto, 7 maart 2020. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de wetgeving correct heeft toegepast en dat er geen sprake is van onjuiste informatie die door de inspecteur aan belanghebbende is verstrekt. Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen, omdat belanghebbende zelf verantwoordelijk is voor het indienen van het verzoek om het kwarttarief. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de beschikking in stand blijft.