Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
17 januari 2020 gewijzigd naar de norm voor een echtpaar met een niet-rechthebbende partner, ter hoogte van € 751,66 per maand. De teveel verstrekte bijstand over de periode van 17 januari tot en met 31 maart 2020, ter hoogte van € 3.920,74, wordt teruggevorderd.
De bijstandsnorm voor ‘echtpaar met een niet-rechthebbende partner’ is verhoogd van 50% naar 70% van de norm echtpaar.
Afstemming6.1 Uit vaste rechtspraak [1] volgt dat, omdat de individuele situatie van gehuwden met een niet-rechthebbende partner onderling sterk kan verschillen, het college bij de toepassing van artikel 24 van de Participatiewet altijd de individuele situatie goed moet bekijken en in zijn beoordeling betrekken. Als de vastgestelde hoogte van de norm op grond van artikel 24 van de Participatiewet ontoereikend is, moet het college maatwerk moet leveren.
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van
mr. S. Constant, griffier, op 7 april 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.