ECLI:NL:CRVB:2018:3749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvragen op basis van onvoldoende financiële onderbouwing
In deze zaak heeft appellante, een alleenstaande ouder, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvragen voor bijstand op grond van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 november 2018 uitspraak gedaan. Appellante had zich op 1 juli 2016 en opnieuw op 20 maart 2017 gemeld voor bijstand, maar haar aanvragen werden afgewezen omdat zij niet voldoende bewijs had geleverd van haar financiële situatie. De gemeente 's-Hertogenbosch had appellante verzocht om verifieerbare gegevens over haar inkomsten en uitgaven, maar de door haar overgelegde informatie was onvoldoende om aan te tonen hoe zij in haar levensonderhoud voorzag. De Raad oordeelde dat appellante niet had voldaan aan haar verplichtingen om noodzakelijke inlichtingen te verstrekken, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank had de eerdere besluiten van de gemeente bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd ongegrond verklaard. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraken en oordeelde dat de Nibudnorm als richtsnoer voor de beoordeling van de financiële situatie van appellante niet onjuist was, ondanks haar argumenten dat zij minder had uitgegeven door geldgebrek. De Raad concludeerde dat appellante niet voldoende objectieve gegevens had overgelegd om haar stellingen te onderbouwen.