Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
6.Proceskosten
7.Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.139;
- gelast dat de Minister het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 354 aan haar vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: