Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep met betrekking tot de vergrijpboete (BRE 20/1044) gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar ten aanzien van de vergrijpboete;
- vermindert de boetebeschikking tot een bedrag van € 1.829;
- verklaart het beroep met betrekking tot de naheffingsaanslag (BRE 19/3439) ongegrond;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.000;
- veroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 534;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.068;
- gelast dat de Minister het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 174 aan hem vergoedt;
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;