Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2017 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.280;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2018 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.770;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2019 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.590 en handhaaft de overige elementen van deze aanslag;
- gelast dat de inspecteur de door hem betaalde griffierechten van in totaal € 143 aan hem vergoedt.
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2017 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.280;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2018 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.770;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2019 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.590 en handhaaft de overige elementen van deze aanslag;
- gelast dat de inspecteur de door hem betaalde griffierechten van in totaal € 143 aan haar vergoedt.
2.Gronden
mr. B.W. van Eeken-Liu, griffier, op 11 oktober 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;