Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 december 2015 heeft de directie van belanghebbende besloten om in 2016 een bedrag per verzekerde uit te keren. In geschil is of belanghebbende in haar aangifte vennootschapsbelasting voor 2015 een buitengewone last van € 11.934.000 ten laste van haar belastbare winst mocht brengen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een juridisch afdwingbare verplichting, omdat het besluit niet extern kenbaar was gemaakt vóór de balansdatum. Dit betekent dat de leden/verzekeringsnemers geen rechtens afdwingbare rechten konden ontlenen aan het interne besluit. Daarnaast heeft belanghebbende niet aangetoond dat aan de voorwaarden voor het vormen van een voorziening is voldaan, aangezien de uitgaven verband houden met de viering van het bestaan van de onderneming in 2016, en alleen verzekerden in dat jaar in aanmerking kwamen voor de betaling. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de opgevoerde buitengewone last terecht niet heeft geaccepteerd. Ook de verzoeken tot matiging van de belastingrente worden afgewezen, omdat de belastingrente conform de wettelijke regels is berekend en er geen onzorgvuldig handelen door de inspecteur is aangetoond. Het beroep wordt ongegrond verklaard.