Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond voor zover het betrekking heeft op de navorderingsaanslagen over de jaren 1997 tot en met 2002, de bijbehorende beschikkingen heffingsrente en op alle boetebeschikkingen;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de navorderingsaanslagen over de jaren 1997 tot en met 2002 en de bijbehorende beschikkingen heffingsrente;
- vermindert de navorderingsaanslag 1997 tot een berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.018.053 (€ 461.972), waarvan ƒ 948.208 (€ 430.278) belast naar een tarief van 25%;
- vermindert de navorderingsaanslag 1998 tot een berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.082.662 (€ 491.290), waarvan ƒ 1.031.022 (€ 467.857) belast naar een tarief van 25%;
- vermindert de navorderingsaanslag 1999 tot een berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.175.852 (€ 533.578), waarvan ƒ 1.118.670 (€ 507.630) belast naar een tarief van 25%;
- vermindert de navorderingsaanslag 2000 tot een berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 1.268.220 (€ 575.493), waarvan ƒ 1.211.395 (€ 549.707) belast naar een tarief van 25%;
- vermindert de navorderingsaanslag 2001 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.843 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 394.127;
- vermindert de navorderingsaanslag 2002 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 93.110, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 425.218 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.213;
- vermindert de beschikkingen heffingsrente over de jaren 1997 tot en met 2002 dienovereenkomstig;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikkingen en vernietigt de boetebeschikkingen;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: