ECLI:NL:RBROT:2025:12750
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet tijdig beslissen in het kader van de Wet hersteloperatietoeslagen met waarschuwing voor misbruik van recht
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 4 november 2025, met zaaknummer ROT 23/6705 V, wordt het verzet van de opposant behandeld. De opposant had eerder beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen een besluit van de Dienst Toeslagen, waarbij een bedrag van € 8.000 was toegekend op basis van de kindregeling in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen. De rechtbank had het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Dienst Toeslagen op 15 augustus 2023 al op het bezwaar had beslist.
De gemachtigde van de opposant voerde in verzet aan dat de rechtbank geen uitspraak had mogen doen zonder de opposant te horen en dat het besluit van 15 augustus 2023 niet op de juiste wijze was bekendgemaakt. De rechtbank oordeelt echter dat de gemachtigde veelvuldig beroep instelt in WHT-zaken, ook nadat de Dienst Toeslagen had aangegeven dat er al een beslissing was genomen. Dit gedrag wordt door de rechtbank als misbruik van recht gekwalificeerd, en de rechtbank waarschuwt de opposant en zijn gemachtigde dat herhaling van dit gedrag kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank concludeert dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter P. Vrolijk, in aanwezigheid van griffier R. Stijnen, en is openbaar uitgesproken op 4 november 2025.