ECLI:NL:RBROT:2023:12183

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
23/5336
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • L.A.C. Nifterick
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen over kinderopvangtoeslag na herbeoordeling

In deze zaak heeft eiseres op 20 november 2020 een verzoek ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen voor herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst heeft op 17 augustus 2022 besluiten genomen met betrekking tot dit verzoek. Eiseres heeft op 8 juni 2023 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de Belastingdienst op 1 augustus 2023 heeft gewezen op de eerder genomen besluiten. Eiseres heeft op 4 augustus 2023 beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op haar verzoek.

De rechtbank heeft in deze zaak besloten om geen zitting te houden, omdat er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst op 17 augustus 2022 al had beslist op het verzoek tot herbeoordeling van eiseres. Hierdoor is het procesbelang van eiseres bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet aanwezig. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. Nifterick, rechter, en is in het openbaar gedaan op 22 december 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/5336
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 december 2023 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen
[Naam], eiseres
gemachtigde: mr. N. Kose-Albayrak,
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 20 november 2020 bij verweerder een verzoek gedaan om herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag.
Bij besluiten van 17 augustus 2022 met kenmerken UHT-DC I, UHT-DC-I A en
UHT-DH5 A heeft verweerder op het verzoek tot herbeoordeling beslist.
Bij brief van 8 juni 2023 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld.
Bij brief van 1 augustus 2023 heeft verweerder eiseres gewezen op de eerdere drie besluiten.
Op 4 augustus 2023 heeft eiseres beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op haar verzoek.
Verweerder heeft op 28 augustus 2023 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat zich in deze zaak een van de gevallen voordoet zoals genoemd in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en een zitting daarom niet nodig is.
2. Eiseres heeft kinderopvangtoeslag ontvangen en zij heeft zich gemeld voor een herbeoordeling van haar recht daarop. Verweerder heeft dit verzoek in behandeling genomen.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder bij besluiten van 17 augustus 2023 op het verzoek tot herbeoordeling van eiseres heeft beslist. Dit betekent dat het procesbelang van eiseres bij het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet aanwezig is.
De rechtbank zal het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaren.
4. Het beroep is niet-ontvankelijk. Voor vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
5. Voor een toekenning van een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. Nifterick, rechter, in aanwezigheid van
mr. H. de Vries, griffier.
De uitspraak is in het openbaar gedaan op 22 december 2023.
Griffier is verhinderd
Te tekenen
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.