Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Procesverloop
UHT-DH5 A heeft verweerder op het verzoek tot herbeoordeling beslist.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiseres op 20 november 2020 een verzoek ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen voor herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst heeft op 17 augustus 2022 besluiten genomen met betrekking tot dit verzoek. Eiseres heeft op 8 juni 2023 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de Belastingdienst op 1 augustus 2023 heeft gewezen op de eerder genomen besluiten. Eiseres heeft op 4 augustus 2023 beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op haar verzoek.
De rechtbank heeft in deze zaak besloten om geen zitting te houden, omdat er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst op 17 augustus 2022 al had beslist op het verzoek tot herbeoordeling van eiseres. Hierdoor is het procesbelang van eiseres bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet aanwezig. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. Nifterick, rechter, en is in het openbaar gedaan op 22 december 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.