Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 november 2022;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de incidentele conclusie inzake vordering tot inzage ex artikel 843a Rv, tevens houdende de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens houdende de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie, in reconventie en in het incident
- in het incident:
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [eiser] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
[eiser] heeft in 2000 de adviseur [naam 2] (hierna: de adviseur) benaderd omdat zij advies wilde over haar financiële situatie. Vervolgens heeft een adviesgesprek bij [eiser] thuis plaatsgevonden. Bij het gesprek was ook de toenmalige partner van [eiser] aanwezig. Tijdens het adviesgesprek vroeg de adviseur naar de financiële situatie en wensen van [eiser] . Hierbij is gesproken over het inkomen en financiële ruimte die [eiser] had om vermogen op te bouwen. Daarbij kwam ter sprake dat [eiser] een erfenis had ontvangen van haar recent overleden echtgenoot. De erfenis betrof ongeveer NLG 100.000,- vertelde [eiser] aan de adviseur. [eiser] gaf aan dat zij dit geld nu niet nodig had en op zoek was naar een betrouwbare manier om het geld weg te zetten voor de toekomst. [eiser] had een deel van het geld al op een spaarrekening gezet en was op zoek naar nog een mogelijkheid om de erfenis weg te zetten. De adviseur adviseerde [eiser] om het Capital Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. Dit was volgens de adviseur het geschikte product voor de wensen van [eiser] . De adviseur gaf aan dat hij de situatie van [eiser] met [naam 1] had besproken en dat ook hij had aangegeven dat het Capital Effect product een betrouwbaar product was en dat het Capital Effect product voor haar doelstelling geschikt was. Hierbij kwam te sprake dat [naam 1] dit product zelf ook had afgesloten. Dit gaf [eiser] vertrouwen in het advies van de adviseur. Op basis van de financiële situatie van [eiser] adviseerde de adviseur om de inleg voor het Capital Effect product vooruit te betalen en NLG 48.000,- van de erfenis in te leggen in het Capital Effect product. Tijdens het adviesgesprek heeft de adviseur enkel gesproken over positieve resultaten. Er is geenszins rekening gehouden met tegenvallende resultaten en over negatieve koersresultaten is in het geheel niet gesproken. Tijdens het adviesgesprek liet de adviseur een brochure van het Capital Effect zien. Aan de hand van de brochure vertelde de adviseur over het product Capital Effect. Daarnaast heeft de adviseur een prognose laten zien. Met de prognose liet de adviseur wat het te verwachten rendement was. Met de vooruitbetaling van NLG 48.000,- zou [eiser] na 20 jaar ongeveer NLG 944.000,- aan vermogen opbouwen. De adviseur heeft [eiser] niet gewezen op de specifieke risico's van de overeenkomst. Zo heeft hij er niet op gewezen dat met de inleg de rentelasten voor een lening (de effectenleaseovereenkomst) werden betaald, dat bij tegenvallende koersontwikkelingen de inleg geheel verloren kon gaan en er bovendien een schuld kon ontstaan uit hoofde van de effectenleaseovereenkomst. Tijdens het adviesgesprek heeft de adviseur samen met [eiser] het aanvraagformulier ingevuld. Vervolgens heeft de adviseur het aanvraagformulier aan Bank Labouchere toegezonden. De overeenkomst heeft [eiser] in de post ontvangen. De ondertekende overeenkomst heeft [eiser] aan de adviseur toegezonden. De adviseur heeft vervolgens de ondertekende overeenkomst aan Bank Labouchere toegezonden.
[nummer] - [naam bedrijf 1],
- kopieën van twee aan [eiser] gerichte stukken met het opschrift ‘ [naam bedrijf 1] [naam 1]
(…).Prognose Capital Effect’, waarop aan de hand van een vooruitbetaling van NLG 50.099,52 en looptijden van 5 van 20 jaar berekend wordt wat daarvan de financiële gevolgen zijn,
- een tweetal screenshots van de website van [naam bedrijf 1] zoals die eruitzag op 21 juli 2001, waarop te lezen is:
‘(…).[naam bedrijf 2] geeft een zeer deskundig, kwalitatief en onafhankelijk financieel advies. Verzekeringen, financieringen, hypotheken of spaarrekeningen, wij zoeken met u uit waar u het beste bij gebaat bent. Gezien uw huidige én toekomstige persoonlijke omstandigheden. Wij werken immers vanuit uw wensen en belangen. (…).’.
€ 135,00
5.Beslissing
in het incident