ECLI:NL:RBROT:2024:3838
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter in schadevergoedingszaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2024, behandelt de rechtbank een verzoekschrift en een beroepschrift van eiser, die stelt dat er niet tijdig is beslist op zijn verzoeken om schadevergoeding door twee colleges van burgemeester en wethouders. Eiser heeft een verzoekschrift ingediend tegen college 1 en een beroepschrift tegen college 2, beide wegens verondersteld niet tijdig beslissen op schadeverzoeken. De rechtbank oordeelt dat er geen beroep openstaat tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een verzoek om schadevergoeding, omdat artikel 8:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dit uitsluit. Dit betekent dat de bestuursrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van deze zaken.
De rechtbank wijst erop dat eiser een fictief schadebesluit aanvoert, terwijl er geen daadwerkelijk besluit is genomen. De rechtbank verduidelijkt dat schade in de zin van artikel 8:88 Awb niet kan voortkomen uit het enkel niet tijdig nemen van een schadebesluit. Eiser heeft ook aangevoerd dat hij schade heeft geleden door een onjuist briefadres en het niet krijgen van toegang tot het gemeentehuis. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken die bevestigen dat de besluitvorming van college 2 rechtmatig was en dat de toegangsontzegging geen publiekrechtelijke rechtshandeling is.
De rechtbank concludeert dat er geen reden is voor conversie van het beroep naar een verzoekschrift, omdat de bestuursrechter niet bevoegd is. Eiser kan zich, indien hij meent schade te hebben geleden, wenden tot de burgerlijke rechter. De rechtbank heft geen griffierecht en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.