Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 januari 2024 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Hierna zijn wij naar één van de slaapkamers gegaan. Wij zagen dat het zoontje van [eiseres] in bed lag en ik zag een bench, met daarin een grote hond, op de grond in deze slaapkamer. Ik rook een sterke urinelucht in de slaapkamer. Ik hoorde [eiseres] zeggen dat deze hond, [hond A], in de bench werd gehouden omdat de hond al een tijdje loops was, dat ze anders op bed ging liggen en dat dat een vieze bende zou worden. [hond A] werd in de slaapkamer gehouden omdat zij niet met de andere honden kon, hoorde ik [eiseres] zeggen. Ik zag dat de hond niet de beschikking over water had. Ik zag geen watervoorziening in de bench. Ik hoorde [zoon van eiseres] zeggen dat de hond regelmatig water kreeg en dat de hond een paar keer per dag werd uitgelaten en verder in de bench werd gehouden. Ik zag dat de vacht van de hond erg beschadigd was en ik zag dat de vulva van de hond erg opgezet was. Ik hoorde [eiseres] zeggen dat er niets mis was met de hond.”
Ik kan het niet heel goed zien op de foto's maar de vacht ziet er niet goed uit. En wordt deze hond in zo een kleine bench gehouden? Ik zie veel plekken en beschadigingen op en in de vacht. Ik zie dat de vulva erg gezwollen is. Dit is niet normaal. Mijn advies is om met deze hond zo spoedig mogelijk naar de dierenarts te gaan.”
Beoordeling door de rechtbank
En wordt deze hond in zo een kleine bench gehouden?” van de toezichthoudend dierenarts in reactie op de foto’s is daartoe onvoldoende. Bovendien is onduidelijk gebleven hoe lang en hoe vaak hond [hond A] in de bench werd gehouden. Eiseres heeft in bezwaar gesteld dat dit alleen was in perioden van loopsheid en verweerder stelt in het bestreden besluit dat dit een structureel karakter heeft omdat een teef één tot drie keer per jaar loops is en loopsheid gemiddeld drie weken duurt. Eiseres betwist dat het structureel was en stelt in beroep dat zij de hond alleen in de bench hield als sprake was van bloedverlies in perioden van loopsheid. Volgens verweerder is deze verklaring tegenstrijdig met de eerdere verklaring in bezwaar, maar de rechtbank leest hierin eerder een nadere specificering. Wat daar ook van zij, het is aan verweerder om te onderbouwen dat [hond A] onvoldoende ruimte is gelaten voor haar fysiologische en ethologische behoeften, doordat eiseres haar onvoldoende ruimte heeft geboden, en in dat kader eveneens duidelijkheid te verkrijgen over de duur en regelmaat van het verblijf in de bench. Op de zitting heeft verweerder gesteld dat ook een verblijf van enkele uren, enkele dagen achter elkaar niet goed is voor de hond maar de rechtbank volgt dat niet zonder meer, zeker nu ook dat niet nader door verweerder is onderbouwd met bijvoorbeeld een deskundigenverklaring of verwijzing naar wetenschappelijke literatuur. De rechtbank concludeert daarom dat niet kan worden vastgesteld dat eiseres artikel 1.6, tweede lid, van het Besluit houders van dieren heeft overtreden. Verweerder heeft dus ten onrechte vastgesteld dat eiseres beboetbaar feit 1 heeft gepleegd en was niet bevoegd eiseres daarvoor een boete op te leggen.
Het begrip bedrijfsmatig staat voor het in zekere omvang en met een zekere regelmaat uitoefenen van activiteiten. De vaststelling of het gaat om bedrijfsmatige activiteiten wordt per geval getoetst. In de meeste gevallen is dit duidelijk, omdat het bijvoorbeeld een dierenspeciaalzaak of pension betreft. In de gevallen waarin dit niet duidelijk is, maar wel wordt vermoed dat sprake is van bedrijfsmatig handelen, zal de betrokkene aannemelijk dienen te maken dat niet bedrijfsmatig word gehandeld om niet onder de werking van hetbesluit te vallen (artikel 3.6).
gezelschapsdieren worden gefokt anders dan voor uitbreiding van het aantal gezelschapsdieren binnen het eigen huishouden of de directe familie- en vriendenkring;
gezelschapsdieren worden verkocht aan anderen dan familie en vrienden;
gezelschapsdieren worden opgevangen tegen een vergoeding en er worden hiervoor advertenties geplaatst;
ruimtes zijn speciaal ingericht voor de onder dit besluit vallende activiteiten;
registratie van de Kamer van koophandel of het hebben van een BTW-nummer;
adverteren, al dan niet op websites, met gezelschapsdieren;
er wordt gehandeld vanuit een winstoogmerk.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 27 maart 2022;
- herroept het primaire besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- stelt de boete voor feit 3, 4 en 5 vast op in totaal € 2.137,50;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 2.374,- aan proceskosten van eiseres.