ECLI:NL:RBROT:2024:12339
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van misbruik van recht bij aanvragen voor STAP-budget
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2024, worden de beroepen van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaren tegen het afwijzen van dwangsommen behandeld. Eiser had tientallen aanvragen voor een STAP-budget ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat er sprake is van misbruik van recht. De rechtbank stelt vast dat de gemachtigde van eiser, A.G.P. Heijstek, een patroon vertoont van het indienen van procedures met als doel geld te verdienen, zonder dat het daadwerkelijk om de inhoud van de besluitvorming gaat. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat de gemachtigde misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om een rechtsmiddel in te dienen. De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor het tegendeel en verklaart de beroepen niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de beroepen. De uitspraak benadrukt het belang van het voorkomen van misbruik van recht in bestuursprocedures, vooral in het kader van de STAP-regeling, die bedoeld is om werkenden en werkzoekenden te ondersteunen in hun scholing en ontwikkeling.