Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 oktober 2024 in de zaak tussen
[Eiseres], gevestigd in [plaatsnaam], eiseres ([eiseres]),
De Nederlandsche Bank N.V., verweerster (DNB),
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
slechts een maal per jaarkan uitvoeren. Als de auditfunctie haar controle heeft uitgevoerd, moet volgens de uitleg van [eiseres] immers met de volgende controle worden gewacht totdat het kalenderjaar weer voorbij is, omdat pas op dat moment de compliancefunctie wat betreft dat kalenderjaar zou zijn voltooid. In artikel 18, eerste lid, van het Btt 2018 is echter bepaald dat de auditfunctie
ten minste een maal per jaareen controle uitvoert. Dit betekent ook dat de controle door de auditfunctie niet, zoals [eiseres] kennelijk meent, per definitie ziet op het gehele voorafgaande jaar, laat staan op het gehele voorafgaande kalenderjaar. Het ligt in de rede dat de controle door de auditfunctie ziet op de voorafgaande periode, die is aangevangen direct na de periode waarop de voorgaande controle door de auditfunctie zag. De lengte van de periode waarop de controle door auditfunctie ziet, kan dus variëren en deze periode kan een periode in het ene kalenderjaar en een daarop aansluitende periode in het daarop volgende kalenderjaar omvatten. Hoe dan ook is duidelijk dat de auditfunctie op grond van het op 1 januari 2019 in werking getreden artikel 18, eerste lid, van het Btt 2018 ten minste een maal per jaar een controle moet uitvoeren en dat dit ook geldt voor 2019.
normen van gelijke of vergelijkbare strekking; - de mate waarin de overtreding willens en wetens is begaan dan wel de mate waarin de