ECLI:NL:RBROT:2023:9916
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde kosten dwangbevel in verband met naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam over de kosten van een dwangbevel. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de kosten die hem bij het dwangbevel van 7 april 2022 waren opgelegd, na een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 67,06. De heffingsambtenaar had in een eerdere uitspraak op bezwaar van 15 juli 2022 het bezwaar van de eiser ongegrond verklaard. De eiser stelde dat hij de aanmaning niet had ontvangen en dat de verzendadministratie niet deugde. De rechtbank oordeelde dat het aan de verweerder was om aannemelijk te maken dat de stukken op het juiste adres waren verzonden. De rechtbank concludeerde dat de verzendadministratie van de verweerder voldoende was om aan te nemen dat de aanmaning correct was verzonden. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor het dwangbevel terecht in rekening waren gebracht, en verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. De eiser kreeg geen griffierecht terug en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.