In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een boete van € 1.500,- voor overtredingen van de Wet dieren beoordeeld. Eiseres, een pluimveehouder, had een boete ontvangen van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, na een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 29 januari 2021. De inspecteur constateerde tijdens de controle dat er bij de kuikens ernstige letsels waren, wat leidde tot de conclusie dat de interventiegrens van 2% was overschreden. Eiseres betwistte de bevindingen van de toezichthouder en stelde dat het letsel ook op het slachthuis had kunnen ontstaan.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de boete heeft opgelegd. De rechtbank stelt vast dat de toezichthouder deskundig was en dat het rapport van bevindingen voldoende onderbouwing biedt voor de vaststelling van de overtredingen. De rechtbank wijst erop dat de bewijslast bij de minister ligt, maar dat de bevindingen van de NVWA niet lichtvaardig terzijde kunnen worden geschoven. Eiseres heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de juistheid van het rapport in twijfel trekken.
De rechtbank concludeert dat de opgelegde boete van € 1.500,- evenredig is, gezien de ernst van de overtredingen en het welzijn van de kuikens. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van dierenwelzijn en de verantwoordelijkheid van houders van dieren om de wetgeving na te leven.