Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante
(gemachtigde: F.Th.M. Peters),
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop in hoger beroep
[naam 2] , toezichthouder bij deNederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
3 april 2020 en de daarin gegeven toelichting en ook in de bestreden besluiten, de verweerschriften en ter zitting heeft verweerder nader toegelicht waarom het getelde letsel niet na het vangen kan zijn ontstaan. Ten aanzien van het transport is toegelicht dat letsel dat daarbij zou kunnen ontstaan voornamelijk andersoortig letsel is en dat dit dan een aanzienlijk groter deel van de kuikens (30 tot 40 %) zou betreffen dan bij vangletsel het geval is. Daarnaast wordt ook nagegaan of er bij het transport iets is gebeurd dat letsel kan hebben veroorzaakt. De toezichthouder doet hierover navraag bij de vervoerder en het slachthuis als hij letsel constateert en het is gebruikelijk dat de chauffeur het op de laadbon schrijft als er bijzonderheden waren tijdens het transport. Ten aanzien van de slachterij heeft verweerder toegelicht dat zich daar geen situaties meer voordoen die bloedingen veroorzaken van de grootte en kleur als die worden meegeteld bij de vangletseltellingen. Als er wel letsel ontstaat op het slachthuis heeft dit onvoldoende tijd om zich te ontwikkelen tot een meer dan 3 centimeter grote, donkerrode bloeding. Een helderrode bloeding is enkele minuten oud en heeft enkele uren nodig om donkerrood te worden. Daarvoor is tussen het kantelen en het doorsnijden van de bloedvaten met het dodermes onvoldoende tijd.
(…)”
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
17 december 2019, ECLI:NL:CBB:2019:688, en 4 mei 2021, ECLI:NL:CBB:2021:470). In wat appellante heeft aangevoerd en meer in het bijzonder dat in het rapport van bevindingen in de zaak AWB 21/451 enkel de kleur ‘donkerrood’ wordt genoemd, terwijl in de Toelichting vangletseltelling geen kleurschakering ‘donkerrood’ is opgenomen, ziet het College geen aanleiding hierover nu anders te oordelen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat voldoende vaststaat dat als een bloeding donkerrood of paars is en een grootte heeft van 3 cm of meer, die bloeding is ontstaan tijdens het vangen van de kuikens en het laden in de containers. Over de algemene stelling van appellante dat een substantieel deel van de Nederlandse bevolking kleurenblind is en toezichthouders niet worden getest op kleurenblindheid heeft het College eerder geoordeeld dat die stelling onvoldoende is om aannemelijk te achten dat één of meer van de in deze zaken bij de inspecties betrokken toezichthouders in feite ook kleurenblind waren (zie de uitspraak van 29 maart 2022, ECLI:NL:CBB:2022:149). Daarbij komt dat, zoals de rechtbank ook heeft overwogen, vangletsel niet enkel op basis van de kleur van een bloeding wordt vastgesteld, maar dat de toezichthouder ook kijkt ook naar de grootte en het type letsel.
Beslissing
7 februari 2023.