“
Datum en tijdstip van de bevinding: 28 december 2020 omstreeks 08:12 uur.
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de panklaarafdeling van pluimveeslachthuis [slachthuis], waar op dat ogenblik kuikens geslacht werden die afkomstig waren uit stal 2 en stal 1 van pluimveehouder [eiseres] uit [plaats] (zie bijlage Gegevens VL [eiseres] dd 28-12-2020).
Als deel van de koppelevaluatie aan het begin van ieder nieuw koppel wordt het aangeboden koppel gescreend voor dierenwelzijn. Daarbij zag ik dat opvallend veel kuikens in dit koppel tekenen van vangletsels vertoonden, waarop ik voor dit koppel een gestandaardiseerde letseltelling uitgevoerd heb zoals beschreven in bijlage 7 van de werkinstructie K-PL-WLZ-WV01 van de NVWA.
Bij controle van de door het slachthuis vermelde gegevens bleek dat de kuikens die op dat moment aan de slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren (zie bijlage Gegevens VL [eiseres] dd 28-12-2020).
[…]
In totaal heb ik van het bovengenoemde koppel, dat bestond uit 20439 levend aangevoerde en 12 dood aangevoerde kuikens, twee tellingscontroles van telkens 2 minuten naar vangletsel uitgevoerd.
Bij een bandsnelheid van 7.000 dieren per uur (116 kuikens per minuut) zag ik tweemaal 232 slachtkuikens voorbijkomen. Deze bandsnelheid heb ik afgelezen van de teller in het lokaal van de bandkeurders. De eerste telling om 08:29 uur leverde een resultaat van 9 duidelijk herkenbare vangletsels op (3,88%). Tijdens de tweede telling, uitgevoerd om 10:38 uur, telde ik 8 duidelijke vangletsels (3,45%). Gedurende mijn gestandaardiseerde telling, uitgevoerd volgens de instructies beschreven in bijlage 7 van de werkinstructie K-PL-WLZ-WVO1 van de NVWA, heb ik vastgesteld dat gemiddeld 3,66% van de kuikens in dit koppel duidelijk vangletsel vertoonden, wat beduidend meer is dan de interventiegrens van 2% die de NVWA hanteert. Deze letsels bestonden uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen, 3 cm engroter, van de vleugels en de borstkas. De bloedingen waren donkerrood tot paars van kleur.
Uit niets is gebleken dat er tijdens het transport en het onderbrengen in het slachthuis een calamiteit is geweest die letsels van deze aard heeft kunnen doen ontstaan.
Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik uit bovenstaande feiten dat bloedingen van deze aard in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren zijn ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal en dat hier sprake was van ernstig dierenletsel ten gevolge van onaanvaardbaar verwijtbaar handelen tijdens het vangen van de kuikens.
De opgevraagde weegbonnen bevestigen dat deze kuikens in de laatste 12 uren voorafgaande aan het slachten gevangen en geladen werden (zie bijlage GegevensVL [eiseres] dd 28-12-2020).
Het is mijn deskundige mening als dierenarts dat het welzijn van deze kuikens ernstig geschaad werd tijdens het vangen en het plaatsen van de dieren in de vervoerscontainers. Dit heeft volgens mij aanleiding gegeven tot erge pijn en stress bij deze kuikens tijdens het transport en in de tijd daarna tot aan het bedwelmen.
Bij het slachthuis is de naam van de vangploeg opgevraagd: [naam].
De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek heeft er niet voor gezorgd dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren tijdens het vangen zijn nageleefd waardoor de dieren onnodige pijn en ernstig lijden is berokkend.”