ECLI:NL:RBROT:2022:3324
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.C.W. van der Feltz
- A.P. Hameete
- J.A. Monsma
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang; schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, die een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang huisvest. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, betwistte de door de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam vastgestelde waarde van € 772.000,- voor het belastingjaar 2019. Eiseres stelde dat de waarde te hoog was en voerde aan dat de waarde primair € 321.000,- en subsidiair € 482.000,- zou moeten zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de onroerende zaak moet worden bepaald op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, waarbij de taxatiewijzer als uitgangspunt dient. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog was vastgesteld en dat de levensduur van de onroerende zaak correct was ingeschat.
Daarnaast heeft eiseres een verzoek ingediend voor schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in dit geval met bijna zes maanden is overschreden. Eiseres heeft recht op een schadevergoeding van € 500,-, waarvan € 417,- door de verweerder en € 83,- door de Staat der Nederlanden moet worden betaald. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van het griffierecht en de proceskosten moeten worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.