Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [woonplaats eiser] , eiser,
het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
De gedraging
- tijdens zijn dagdienst op 17 september 2018 zonder bericht aan of toestemming van zijn leidinggevende en zonder vervanging te regelen voortijdig naar huis is gegaan zonder de dagdienstkoffer met de voor de uitoefening van zijn functie benodigde apparatuur mee te nemen (gedraging 1);
- tijdens de dagdienst op 17 september 2018 in strijd met de schriftelijke werkafspraken een melding over geluidsoverlast, veroorzaakt door [naam bedrijf 1] in [vestigingsplaats bedrijf] , niet in behandeling heeft genomen en heeft nagelaten voor inspectie naar dit bedrijf te gaan (gedraging 2);
- tijdens zijn dagdienst op 17 september 2018 in strijd met de schriftelijke werkafspraken en ondanks de herhaaldelijke, dringende oproepen van de planner heeft nagelaten naar aanleiding van een klacht over geluidsoverlast voor inspectie naar een bedrijf aan de [adres] te gaan, terwijl daarbij was verteld dat het een gevoelige zaak betrof die niet mocht escaleren (gedraging 3);
- tijdens het onderzoek op 19 september 2018 naar een klacht over geluidsoverlast bij het bedrijf [naam bedrijf 2] niet conform de werkafspraken en conform de afspraken met de geluidspecialist metingen heeft uitgevoerd (gedraging 4);
- tijdens zijn dagdienst op 21 september 2018 in strijd met de schriftelijke werkafspraken een melding van geluidsoverlast over het bedrijf [naam bedrijf 2] of het [naam bedrijf 3] niet in behandeling heeft genomen en heeft nagelaten naar deze bedrijven te gaan om onderzoek te doen (gedraging 5);
- op 3 november 2017 een niet-zakelijk en ongepast WhatsApp-bericht aan een leidinggevende heeft gestuurd (gedraging 6);
- tot tweemaal toe, te weten op 7 november 2017 en 10 november 2017, contact met de ondernemer heeft gezocht die een klacht tegen hem had ingediend, terwijl zijn leidinggevende had gezegd dat hij geen contact met deze ondernemer mocht opnemen (gedraging 7);
- op 13 oktober 2018 een als ongepast en bedreigend ervaren bericht op de voicemail van een collega heeft ingesproken (gedraging 8).
Hé [naam 3] , als je durft, [naam eiser] . Ik bel je nog wel”en dan met name om de passage “als je durft”. Los van de vraag of deze passage een dreigend of intimiderend karakter heeft, kwalificeert de rechtbank deze passage wel als ongepast. Dit is door eiser ook als zodanig erkend.
Beslissing
mr. P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 21 januari 2022.