Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De beoordeling
inclusiefbtw zou zijn, zoals [naam eiser] stelt, volgt niet uit de overgelegde kostenbegroting en is ook niet op een andere wijze onderbouwd. Dat het door [naam eiser] op de kostenbegroting met de hand erbij geschreven bedrag van € 174.000,- (productie 4 bij dagvaarding) dan wél inclusief btw zou zijn, zoals [naam eiser] stelt, is, zonder nadere toelichting, die niet gegeven is, niet navolgbaar. Bovendien leidt dat laatste bedrag samen met de door [naam eiser] gestelde € 24.000,- en € 3.000,- niet tot een aanneemsom van € 203.000,-. Waar [naam eiser] de aanneemsom van € 203.000,- inclusief btw op baseert is zo onduidelijk dat de rechtbank geen aanleiding ziet om [naam eiser] in de gelegenheid te stellen deze stelling nader te onderbouwen of te bewijzen. Aan het ter zitting gedane bewijsaanbod wordt dus voorbij gegaan.
“(…) als je op deze manier blijf reageren maken wij stel kozijn niet af”, maar in hetzelfde bericht wordt ook de suggestie gedaan om een afspraak te maken. De door Tafelman geuite bereidheid tot overleg maakt dat niet geconcludeerd kan worden dat Tafelman hoe dan ook in de nakoming van de verbintenis zou tekortschieten.
Het is bijna klaar en wordt super mooi.”.De gestelde gebreken in het beton en de elektra zijn pas na ontbinding geconstateerd. Van een situatie waarin het van [naam eiser] niet gevergd kon worden om aan Tafelman eerst een (duidelijke) ingebrekestelling te sturen met een redelijke termijn om de gestelde gebreken aan het stelkozijn te herstellen voordat hij tot ontbinding zou overgaan, was dan ook geen sprake.
“het uitharden van de beton vloer (zie foto 79 t/m 82)”en
“voorbereiden staalconstructie”.Uit het overzicht blijkt ook dat er vanaf 16 juli 2018 tot eind december 2018 constant werkzaamheden zijn verricht.
“aluminium glaspui”.Tafelman vond de schuifpui van Tudor niet de beste optie, omdat zij twijfels had over de waterdichtheid van de aansluitingen en de afvoer van eventueel condens of lekwater. Zij heeft haar twijfels bij [naam eiser] geuit en zij heeft een schuifpui van een andere leverancier geadviseerd. Volgens Tafelman kon [naam eiser] dit advies niet waarderen en wilde hij in weerwil van de waarschuwingen van Tafelman de schuifpui bij Tudor bestellen. Tafelman heeft zich neergelegd bij de keuze van [naam eiser] , maar wilde zich wel vrijwaren voor aansprakelijkheid als het fout zou gaan en [naam eiser] heeft dan ook desgevraagd een vrijwaringsverklaring ondertekend. De schuifpui is, aldus Tafelman, inderdaad door [naam eiser] betaald en dit wordt dan ook als minderwerk op de eindafrekening verrekend.
– op een bedrag van € 38.000,- na – afgewezen. Dat [naam eiser] wel € 38.000,- aan meerwerk verschuldigd is, heeft hij erkend door € 38.000 als betaling van dit meerwerk aan Tafelman te voldoen. [naam eiser] stelt dat hij op 6 december 2018 € 38.000,- van het op dat moment door Tafelman becijferde meerwerk van € 79.795,94 (productie 27 bij dagvaarding) ‘ter finale kwijting’ heeft voldaan. Daarmee erkent [naam eiser] de verschuldigdheid van het meerwerk tot aan dit bedrag. Dat [naam eiser] dit bedrag onder druk en/of ‘onder protest’ heeft betaald, zoals [naam eiser] stelt, is onvoldoende onderbouwd en bovendien zegt dit niets over de vraag of het meerwerk wel of niet is verricht en of [naam eiser] gehouden is dit te betalen.
7.473,00(3 puntenen × tarief € 2.491,-)
3..De beslissing
- € 163,- aan salaris advocaat, als [naam eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling, en
- € 85,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling;