(i) [Eiser] heeft op 3 juni 1998 van [verweerster] een mobiele beregeningsinstallatie gekocht (hierna: de regenhaspel). Deze installatie is gebouwd door [A] B.V. te [plaats] (hierna: [A]), voor wie [verweerster] als dealer optrad. De koopprijs bedroeg ƒ 114.268,-- inclusief BTW. Hiervan hoefde een bedrag van ƒ 5.000,-- pas te worden voldaan na gebleken goede werking. In de zomer van 1998 is de regenhaspel door [verweerster] aan [eiser] geleverd en door deze laatste in gebruik genomen.
(ii) Bij brief van 15 oktober 1998 meldde [eiser] aan [verweerster] dat de regenhaspel op een aantal punten gebreken vertoont. Daarover is tussen partijen en [A] gecorrespondeerd en gesproken.
(iii) Op 22 maart 1999 heeft [betrokkene 1], taxateur in land- en tuinbouw, in opdracht van [eiser] en met medeweten en medewerking van [verweerster] en [A], een rapport opgesteld waarin een aantal gebreken staat vermeld, met de toevoeging namens [verweerster] en [A] of de desbetreffende gebreken zullen worden hersteld en zo ja, door wie (hierna: de herstelwerkzaamheden). Voorts staan in dat rapport door [eiser] gewenste aanpassingen vermeld, met daaronder de toevoeging of, en zo ja voor welke meerprijs, die aanpassingen door [verweerster] danwel [A] kunnen worden gerealiseerd.
(iv) Bij brief van 22 maart 1999, gericht aan [A], heeft [betrokkene 1] uit naam van [eiser] de gemaakte afspraken bevestigd. In de brief is mede vermeld dat, zodra de herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd, deze zullen worden gecontroleerd door [eiser] en [betrokkene 1] en dat [eiser] alsdan het nog resterende bedrag van ƒ 5.000 aan [verweerster] zal overmaken, met dien verstande dat over de werking van de regenhaspel volledige garantie wordt gegeven.
(v) Bij brief van 29 april 1999 heeft (de rechtsbijstandverzekeraar van) [eiser] aan [A] bevestigd dat [A] zich heeft bereid verklaard de herstelwerkzaamheden conform het rapport van [betrokkene 1] uit te voeren en dat deze werkzaamheden zowel door [A] als door [verweerster] in week 20 zullen zijn voltooid.
(vi) Nadat de werkzaamheden in week 20 noch door [verweerster], noch door [A] waren uitgevoerd, heeft (de rechtsbijstandverzekeraar van) [eiser] bij brief van 7 juni 1999 [verweerster] in gebreke gesteld en haar gesommeerd de herstelwerkzaamheden vóór woensdag 16 juni 1999 af te ronden.
(vii) Bij brief van 11 juni 1999 heeft (de rechtsbijstandverzekeraar van) [eiser] aan [A] bevestigd dat hij de regenhaspel op 11 juni 1999 bij [A] zal afleveren en dat [A] te kennen heeft gegeven bereid te zijn deze aan te passen op de wijze als door de expert [betrokkene 1] is vermeld, waarna [eiser] bij deugdelijke uitvoering tot de afgesproken betaling zal overgaan.
(viii) Op of voor 16 juni 1999 zijn de herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Op 18 juni 1999 heeft [eiser] de regenhaspel opgehaald en het nog openstaande bedrag van ƒ 5.000,-- betaald.
(ix) [Eiser] heeft vervolgens buiten medeweten van [verweerster] en [A] de regenhaspel opnieuw door [betrokkene 1] laten keuren. Deze laatste heeft zijn bevindingen in een op 2 juli 1999 gedateerd rapport vastgelegd. In dat rapport staan enkele "Niet opgeloste punten", die betrekking hebben op al voor de herstelwerkzaamheden aanwezige gebreken.
(x) In de periode na 18 juni 1999 tot 31 augustus 1999 zijn door derden diverse reparatiewerkzaamheden aan de regenhaspel uitgevoerd.
(xi) Op 29 februari 2000 heeft de expertisedienst van Delta Lloyd een inspectie met betrekking tot de regenhaspel uitgevoerd, waarvan een op 17 maart 2000 gedateerd 'Inspectierapport AVL Landbouwwerktuigen' is opgemaakt. Daarin worden gebreken vermeld die ten dele overeenstemmen met de door [betrokkene 1] op 2 juli 1999 gesignaleerde gebreken. Delta Lloyd heeft de verzekering van de regenhaspel op grond van dit rapport beëindigd.
(xii) Bij aangetekende brief van 25 augustus 2000 heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en [verweerster] gesommeerd tot terugbetaling van de koopsom en tot betaling van een schadebedrag van ƒ 28.316,56. Laatstgenoemde heeft die ontbinding bestreden.
(xiii) In mei 2001 zijn de brandstofpomp en de verstuivers van de regenhaspel kapotgegaan ten gevolge van waterlekkage in de gasolietank.
(xiv) [Eiser] heeft de regenhaspel vanaf 1998 tot en met 2002 gedurende in totaal 1115 uren gebruikt. Voor de motor van de regenhaspel geldt een garantie van twee jaar, voor de rest een garantie van één jaar.
De afschrijvingsduur van de regenhaspel is volgens [verweerster] vijf jaar.