Uitspraak
[appellant],
1.de vennootschap onder firma [naam vof] ,tevens handelende onder de naam" [naam vof] ",
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een akte van [appellant] ,
3.De feiten
"Door het bericht dat ik dinsdag j.l. persoonlijk van uw medewerker [X] mocht vernemen inzake het eenzijdig en voortijdig beëindigen van onze overeenkomst laat u mij geen keuze dan als volgt te reageren.
Uw besluit om onze overeenkomst eenzijdig te verbreken berokkent mij aanzienlijke schade. Daarnaast zijn een aantal werkzaamheden en leveringen wel in rekening gebracht maar nog niet, dan wel niet volgens de regels van goed vakmanschap uitgevoerd. Hierna geef ik een overzicht van de door mij geleden schade en nog uit te voeren/te corrigeren maar reeds gefaktureerde werkzaamheden.
(…)
De inmiddels door mij ingeschakelde natuursteenverwerker rekent € 28,00 per m2 incl BTW. Dit is € 4,34 /m2 meer dan de met u gecontracteerde prijs. Door uw eenzijdige opzegging van het contract lijd ik een schade van € 4,34 / m2 voor de resterende 444 m2.
444 m2 € 4,34 € 1.926,96
Hiermee komt het totaal bedrag van de door mij geleden schade voor zover op dit moment bekend plus het ten onrechte door u in rekening gebrachte bedrag uit op € 5.267,31 excl. BTW (€ 5.578,66 incl. BTW). (…)
Uw laatste faktuur d.d. 11 december 2010 met nummer 2010/0062 ten bedrage van € 1.199,70 heb ik nog niet voldaan. Onder verrekening van deze vordering heb ik een vordering op [geïntimeerden] Natuursteen ten bedrage van € 4.378,96.
"(…)
Op 20 december 2010 heb ik u via email op de hoogte gesteld van de door mij geleden schade als gevolg van de door u gepleegde contractbreuk. Hierbij heb ik u verzocht het schadebedrag aan mij over te maken. Tot op heden is het betreffende bedrag niet op mijn rekening bijgeschreven.
(…)"
"Met grote verwondering heb ik kennis genomen van uw schrijven dd. 20 december 2010 en 16 januari 2011.
Hierin stelt u dat ik eenzijdig de overeenkomst met u zou hebben opgezegd.
In het gesprek dat Dhr. [Y] en ik met u op 14-12-2010 hebben gevoerd, is duidelijk gesteld, dat wij wederom niet door konden gaan met ons werk.
Wij hebben aangegeven dat wij het werk moesten
opschorten.
Wij waren erg verbaasd toen wij uit uw brief moesten vernemen dat u, binnen enkele dagen, een andere natuursteenverwerker heeft aangesteld.
Wij hebben nog diverse malen geprobeerd contact met u op te nemen, maar het was duidelijk dat u geen telefoongesprek met ons wilde aangaan.
U maakt ons het werk onmogelijk en wij leggen dan ook een claim wegens winstderving.
Wij maken aanspraak op de rest van de opdracht.
Gebreken die u aangeeft zijn nooit eerder door u erkent of aangegeven. De facturen zijn altijd betaald zonder enige reclame.
Het bewijs van welke schade dan ook ontbreekt en wordt daarom door ons betwist.
U geeft aan dat 444 m2 nog gelegd moest worden.
Wij maken dan ook aanspraak op het restant van de opdracht.
444 m2 a € 24,75 € 10.989,=
Openstaande factuur 2010/0062
€ 1.199,70€ 12.188,70
Wij verzoeken u dit bedrag over te maken op rek.nr. 153391405 t.n.v. [geïntimeerden] [vestigingsplaats] ."
"(…)
In afwijking van hetgeen mij in voornoemde gesprekken is medegedeeld bent u blijkens uw schrijven van 1 februari 2011 bereid de werkzaamheden alsnog tegen de overeengekomen prijs en kwaliteitsnormen voort te zetten. Door het eenzijdig beëindigen van de samenwerking dreigde echter een ernstige vertraging in de afbouw van de woning hetgeen op zich hoge kosten voor mij met zich mee zou brengen. Om die reden heb ik de meest kritieke werkzaamheden opgedragen aan een andere natuursteenverwerker welke deze werkzaamheden inmiddels naar volle tevredenheid heeft afgerond.
Nu de afbouw vorderd en de afdekking van de vloeren is verwijderd blijkt eens te meer met welk een nonchalance de werkzaamheden door u zijn uitgevoerd. Niet alleen op de 1e verdieping maar tevens op de begane grond zijn tegels ongelijk gelegd en loopt het afgesproken patroon niet op alle plaatsen door. Tevens blijkt nu dat de 2 verschillende soorten natuursteen die, zoals met u besproken, op de begane grond, respectievelijk de 1e verdieping moesten worden gelegd, door elkaar zijn gebruikt waardoor op beide verdiepingen een vloer is ontstaan met een mengeling van 2 verschillende soorten natuursteen. Voorts blijkt nu een hoogteverschil te bestaan tussen de vloeren in de woonkamer, de hal en de keuken van 2,5 cm. Bij het afronden van de werkzaamheden heb ik mij genoodzaakt gezien dit verschil weg te laten werken in een afstand van minder dan 1 meter waardoor het hoogteverschil duidelijk merkbaar is door enkel over de vloer te lopen. Tot slot zijn door u een aanzienlijk aantal tegels geplaatst met beschadigingen aan de randen welke nu in de vloer duidelijk zichtbaar zijn. Een meer zorgvuldige selectie en behandeling van de tegels mag worden geëist op basis van de door u gepretendeerde ervaring, deskundigheid en kwaliteitszorg.
In het ontwerp van de renovatie van mijn woning is bewust gekozen voor een marmeren vloer op alle verdiepingen, hetgeen een absolute meerwaarde voor de woning zou opleveren. Door de kwaliteit van het door u geleverd werk is de investering van vele tienduizenden euro's verworden tot een substantiële waardevermindering.
Alvorens een gerechtelijke procedure te starten teneinde de door mij geleden schade door u vergoed te krijgen wil ik u dan ook in de gelegenheid stellen de schade en kwalitatieve gebreken (voor uw rekening) te herstellen en enkele resterende werkzaamheden af te ronden. Daarnaast eis ik de toezending van een creditnota en terugbetaling van de te veel in rekening gebrachte bedragen.
(…)
In verband met mijn verhuizing dienen de werkzaamheden uiterlijk te worden afgerond op 25 april 2011.
(…)"
"(…)
13.1 Verdieping, nachthal, slaapkamer 1, slaapkamer 2, slaapkamer 3, slaapkamer 4:(…)
Bij de inspectie van de genoemde compartimenten is vastgesteld dat het aangebrachte natuursteen over het algemeen hoogteverschillen vertoont. Genoemde hoogteverschillen lopen uiteen van 1 mm tot 4 mm, dit is gemeten onder een 1 meter waterpas en een geijkte kaliberweg. Aansluitend mogen er bij een verwerkt gepolijst natuursteen geen hoogteverschillen voorkomen. Indien er wel hoogteverschillen voorkomen, dient men aan te vangen met het schuren van het natuursteen in het werk (waterdiamantbasis) om alsnog een gladde vloer te krijgen. Er is echter vastgesteld dat het natuursteen in deze casus niet meer geschuurd kan worden, dit vanwege het feit dat het natuursteen ook nog eens over velerlei hollingen en bollingen beschikt (NEN 2742).
Daarnaast heeft de natuursteenvloer in de gang tot in de slaapkamers, respectievelijk 5 meter breed, een doorbuiging van ruim 30 mm. Dit is gemeten onder een waterpas van 2 meter. Hierbij heeft de natuursteenlegger de ondervloer, welke beschikt over een doorbuiging, niet uitgevlakt. Dit had men kunnen uitvoeren door middel van het gebruik van een egalisatiemortel, oftewel had men het natuursteen in een dikkere lijmmortel (dikbedmortel tot 50 mm) moeten aanbrengen om alsnog een gladde vloer te krijgen. De natuursteenlegger heeft in deze domweg de ondervloer gevolgd. Tevens is het aangebrachte natuursteen niet aan een steldraad gelegd. Indien de natuursteenlegger het natuursteen wel aan een steldraad had aangebracht, had deze opgemerkt dat de ondervloer beschikte over 30 mm doorbuiging.
Daarnaast is het natuursteenverband welke beschikt over een vaste maatvoering onderbroken door zaagstukken welke in het midden van de vloer verwerkt zijn. Dit geldt eveneens bij de deuropeningen. Een natuursteen met een vaste maatvoering mag men nooit onderbreken door middel van het aanbrengen van zaagstukken tussen een vaste maatvoering. Dit is niet aanvaardbaar.
Daarnaast is het voegwerk in deze casus niet naar behoren uitgevoerd "NEN-EN 13888".
(…)
Het natuursteen op de eerste verdieping, met name de vloerafwerking, moet men dan ook in zijn geheel verwijderen. Het natuursteen is derhalve niet aanvaardbaar en aangebracht buiten de gestelde normeringen.
(…)
13.2 Tegelwerk natuursteenwand:Bij het natuursteenwerk op de wanden in het toilet en de doucheruimte heeft men het natuursteenverband niet aangehouden. (…) Om het natuursteen in de douche- en toiletruimte weg te breken is in deze geen optie, het natuursteenwerk zal door het breekwerk alleen maar beschadigd worden. De wijze waarop de natuursteenwandtegels zijn aangebracht leidt tot een substantiële waardevermindering.
14. Woonkamer benedenverdieping:(…)
Het natuursteen(vloer) wat is aangebracht in de woonkamer is in zijn geheel onthecht van de cementdekvloer. Er zijn velerlei opwelvingen, uitkomend voegwerk en holle klankkleuren vastgesteld.
(…) Tevens merken wij op dat hier wederom hoogteverschillen onderling in het natuursteen aanwezig zijn van respectievelijk 2-3 mm.
Vervolgens is de aangebrachte natuursteenvloer van 72,86 m2 aaneengesloten aangebracht zonder de vloer te voorzien van dilatatievoegen, met name randisolatie. Het natuursteen is vast aangebracht tegen de bouwelementen. Randvoegen moeten echter te allen tijde open en vrij zijn van specie en/of voegresten. (…)
Door het vorengenoemde niet uit te voeren is het natuursteen onder gehele spanning komen te liggen waarbij schade is ontstaan. (…)
Tevens is vastgesteld dat de uitwendige hoeken welke in verstek zijn aangebracht niet deugdelijk zijn uitgevoerd. (…)
Het natuursteen is in deze casus niet te herstellen, het natuursteen wat is aangebracht in de woonkamer dient men weg te breken en deugdelijk opnieuw aan te brengen.
15. Keukenvloer:De aansluiting keuken/hal is ver beneden peil. Hier is een verloop vastgesteld van ± 15 mm, oftewel de vloer is met een bolling aangebracht van de keuken naar de hal. De vloer in de keuken ligt ca 15 mm hoger dan de doorlopende vloer in de woonkamer en hal. Teneinde dit hoogteverschil weg te werken is een verloop in de keukenvloer gerealiseerd. Dit is esthetisch niet acceptabel. (…)
16. Kelder annex slaapkamer en dressing:
De slaapkamervloer is in deze aangebracht op een vers speciebed. Hier is echter hetzelfde probleem vastgesteld als in de woonkamer, met name onthechting, holle kleurklanken en scheurvorming. Ook is in de slaapkamer vastgesteld dat er geen gebruik is gemaakt van de betreffende randisolatie en dilatatie voor de vervorming, waarbij het natuursteen te maken krijgt bij opwarmen en afkoelen van de vloerverwarming.
In een verse specievloer dient men te allen tijde te werken met constructienetten.
(…)
18. Conclusie:Het bovenstaande in aanmerking nemende kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van deugdelijk vakmanschap.
18.1 Zijn er daadwerkelijk gebreken? En zo ja, wat zijn de gebreken en welke oorzaak of oorzaken ligt of liggen hieraan ten grondslag?Ja, de vloer voldoet in 3 compartimenten niet aan de normen die aan een dergelijke vloer gesteld mogen worden.
18.2 Welke gebreken zijn er en wat zijn mogelijke oorzaken?Onthechting door ontbreken dilatatievoegen en randisolatie, hoogte verschillen en onderbroken patroon door zaagstukken als gevolg van niet professioneel verwerken van het natuursteen.
18.3 Welke mogelijkheden zijn er voor herstel?Voor alle geconstateerde gebreken bestaat slechts 1 herstelmogelijkheid, namelijk slopen en opnieuw aanbrengen. Het slijpen van hoogteverschillen is niet mogelijk doordat de vloer ca. 30 mm, doorhangt.
18.4 En wat zijn de kosten van herstel?18.5 Herstelkosten per man daggeld € 350,00 (zaagverlies 7% pm2,):
19.Resume:Schade inclusief btw € 62.358,11
__________
€ 69.858,11
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
"(…) bij vonnis, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te betalen de som van € 8.876,91 te vermeerderen met de rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, alsmede het bedrag van de noodzakelijk gemaakte proceskosten van dit geding waaronder inbegrepen het salaris voor de gemachtigde van [appellant] en de noodzakelijke verschotten, alsmede de BTW over de toe te wijzen kosten indien eiseres niet BTW-plichtig is.
dat het u Edelachtbare Kantonrechter behage om, de eis in reconventie af te wijzen, althans deze [geïntimeerden] te ontzeggen, met veroordeling van de kosten in reconventie waaronder het salaris gemachtigde."
"(…) de eis van de Hr. [appellant] , bij monde van Profinca BV, af te wijzen en eiser te veroordelen tot betaling van:
De reconventionele vordering à € 10.989,-
Factuur 2010/0062 à
€ 1.199,70Totaal € 12.188,70
Vermeerderd met de proceskosten."
[appellant] heeft in dit verband gesteld dat [geïntimeerden] haar werkzaamheden op 14 december 2010 definitief heeft beëindigd, omdat [appellant] niet bereid was tot een verhoging van de aanneemsom over te gaan.
[geïntimeerden] heeft aangevoerd dat zij haar werkzaamheden op 14 december 2010 heeft opgeschort, omdat haar werknemers niet verder konden met het aangenomen werk, aangezien andere aannemers nog niet klaar waren met hun werk.
5.Bevoegdheid Nederlandse rechter en toepasselijkheid Nederlands recht
6.Met betrekking tot de vermeerdering van eis
7.Met betrekking tot de grieven
grieven 5 tot en met 8 en grief 11 (voor zover deze betrekking heeft op de conventie)richten zich tegen het oordeel van de rechtbank in conventie dat [appellant] niet is geslaagd in het hem opgedragen bewijs.
Tijdens het gesprek op 14 december 2010 hebben partijen gesproken over een door [geïntimeerden] gewenste verhoging van de aanneemsom. Nadat [appellant] te kennen heeft gegeven niet akkoord te gaan met een verhoging van de aanneemsom, heeft [geïntimeerden] aan hem meegedeeld dat zij de werkzaamheden niet ging afmaken. [geïntimeerden] heeft vervolgens het werk verlaten om nimmer meer op het werk te verschijnen. Bij het verlaten van het werk heeft [geïntimeerden] haar gereedschappen meegenomen. Tevens heeft zij de toercaravan, die met toestemming van [appellant] op het erf als "schaftkeet" werd gebruikt, meegenomen. Uit deze verklaringen en gedragingen, in onderlinge samenhang beschouwd, heeft [appellant] mogen afleiden dat [geïntimeerden] haar werkzaamheden definitief heeft gestaakt. Daarmee is [geïntimeerden] op grond van artikel 6:83 aanhef en sub c BW in verzuim geraakt, aldus [appellant] .
Aangezien [appellant] aldus met een onvoltooid werk bleef zitten, heeft hij op 20 januari 2011 een andere natuursteenverwerker ingeschakeld om de meest noodzakelijke werkzaamheden af te maken.
betwist dat hij een brief van [geïntimeerden] d.d. 31 december 2010 heeft ontvangen. Volgens [appellant] heeft hij enkel een e-mail van [geïntimeerden] ontvangen met de tekst
"Bijgevoegd ten overvloede de brief zoals naar u verzonden."Deze e-mail bevatte als bijlage een leeg document met slechts het logo van [geïntimeerden] . [appellant] beroept zich in dit verband op zijn aan [geïntimeerden] verzonden e-mail d.d. 8 januari 2011 (productie 4 bij de conclusie van antwoord in eerste aanleg), waarin hij onder meer het volgende schrijft:
"(…) Bijgaande mail heb ik 31 december 2010 van u ontvangen. In deze mail geeft u mij aan een schrijven te hebben gezonden welke ik tot op heden niet heb ontvangen. In de bij de mail gevoegde kopie van dit schrijven geeft u blijk geen inhoudelijke reactie te hebben. (…)"
Op 14 december 2010 heeft [geïntimeerden] aan [appellant] te kennen gegeven op dat moment niet verder te kunnen met haar werkzaamheden en na de jaarwisseling terug te komen op het werk. Zij heeft aldus aangegeven haar werkzaamheden op te schorten. Het gereedschap neemt zij dagelijks mee, terwijl de caravan is meegenomen omdat het vakantietijd was.
heeft reeds in zijn brief van 20 december 2010 (zie rechtsoverweging 3.1.5.) aan [geïntimeerden] laten weten dat hij een andere natuursteenverwerker had ingeschakeld. Dit betekent dan dat [appellant] niet met [geïntimeerden] verder wilde. [geïntimeerden] heeft dit dan ook terecht opgevat als een stilzwijgende opzegging door [appellant] .
Naar aanleiding van deze brief heeft [geïntimeerden] , zowel per e-mail als per reguliere post, een brief d.d. 31 december 2010 aan [appellant] verzonden met de volgende inhoud:
"Betreft uw brief d.d. 20 december 2010
Wij onderschrijven het door u gestelde absoluut niet en wij distantiëren ons dan ook van deze brief.Ook zullen wij er alles aan doen om deze zaak tot een goed einde te brengen. Wij zien uw betaling van de nog openstaande factuur ad € 1199,70 met vertrouwen tegemoet."
Wetende dat [geïntimeerden] alsnog wilde nakomen, is het derhalve niet [geïntimeerden] , maar [appellant] die "contractbreuk" heeft gepleegd, zodat afgerekend dient te worden op basis van artikel 7:764 BW, aldus [geïntimeerden] .
Beoordeeld dient te worden of [appellant] al dan niet is geslaagd in het door de kantonrechter aan hem opgedragen bewijs, te weten dat [geïntimeerden] haar werkzaamheden op 14 december 2010 definitief heeft beëindigd en aan [appellant] heeft laten weten het werk niet af te maken.
"Aan het gesprek op 14 december 2010 hebben de heren [X] en [Y] en ik deelgenomen. Het gesprek vond plaats in mijn nieuwe woning. (…) Ik wilde zaken met hen bespreken. Voordat ik mijn punten aan de orde kon stellen begon [X] erover dat de prijs te laag was en dat zij er niets aan verdienden. [X] wilde een hogere prijs afspreken. (…)
gaf mij toen aan dat als ik de prijs niet zou verhogen dat hij zijn spullen zou pakken en weg zou gaan. Ik zei dat ik de prijs niet wilde aanpassen. Afspraak is afspraak heb ik gezegd. Daarop hebben de heren hun gereedschappen schoongemaakt, de caravan achter de auto gehangen en zijn zij vertrokken. Het gesprek op 14 december 2010 is alleen gegaan over verhoging van de prijs. Dat was het enige onderwerp dat toen is besproken. Toen ik dat niet deed zijn [X] en [Y] vertrokken. Nadien heb ik met [X] geen contact meer gehad.
(…)
U houdt mij voor dat het gesprek op dinsdag 14 december is gevoerd omdat op maandag 13 december het werk niet voort kon gaan omdat er onvoldoende materiaal aanwezig was. Dat klopt niet. Er waren twee vrachtwagen ladingen natuursteen aanwezig die verwerkt zouden worden. Dat kan aangetoond worden aan de hand van de vrachtbrieven en de facturen van [geïntimeerden] waaruit blijkt hoeveel m2 waren verwerkt. Er waren geen problemen op het werk omdat materialen niet aanwezig waren."
"(…) Ik heb met [X] , die natuursteen verwerkte, gesproken over zijn werk. [X] heeft vaak tegen mij gezegd dat hij er geld bij moest hebben anders zou hij stoppen. Ik zei dat hij dat niet kon maken omdat hij een prijs had afgesproken. De laatste keer dat ik hem had gesproken was op 14 december. Hij zei als ik er nu geen geld bij krijg dan stop ik. Nadat hij met [appellant] had gesproken zag ik dat hij zijn materialen schoonmaakte. Hij zei toen tegen mij, ik stop ermee en ga een andere klus beginnen. Nadat hij zijn speciekuip en dergelijke had schoongemaakt heb ik hem niet meer gezien. 's Middags was hij er niet meer.
Op vragen van de heer [Z] . U vraagt mij of [X] alleen klaagde over de prijs. [X] klaagde er ook wel over dat hij niet vooruit zou kunnen. In veel ruimtes liet hij de afwerkdingen die veel tijd kosten liggen. Dat ging bijvoorbeeld over het aanhelen van de badkuip en het toilet en het betegelen van de dagkanten van de ramen. Het ging ook om de trapomranding. Bij die werkzaamheden kon hij geen meters maken. Ik neem aan dat hij op de vloeren zijn winst maakte.
(..)
Nader verklaar ik. Op 14 december had [X] in alle ruimtes nog afwerkzaamheden te doen. In een ruimte op de begane grond moest hij nog beginnen. Ik weet niet meer of dat de keuken of de lounge betrof."
"(…)
Wij hebben duidelijk tegen [appellant] gezegd dat wij zo niet verder konden. Waar wij moeten werken moet de aannemer klaar zijn
.Beneden stond een rolsteiger, was iemand anders bezig met het plaatsen van een schuifpui en was de elektricien bezig. Daar konden wij als natuursteenverwerker niet verder. (…)
U vraagt mij of er op 14 december ook over de prijs is gesproken. Er is meerdere malen over problemen op de bouw gesproken. Die los je in goed overleg op. (…) Er is met [appellant] gesproken om extra geld wegens de extra werkzaamheden en het boren van gaten met een waterboor. Daar was al eerder over gesproken. Ik herinner mij niet dat daar op de 14e over is gesproken. Deze laatste problemen waren ook een reden om de werkzaamheden op te schorten, maar niet de belangrijkste. De belangrijkste reden was dat er te veel mensen niet met hun werkzaamheden klaar waren, waardoor wij niet konden doorwerken. Ik heb [appellant] duidelijk gezegd dat wij nu weggingen op 14 december en na 1 januari terug zouden komen als de andere werkzaamheden klaar zouden zijn en wij door kunnen werken. (…)
U houdt mij voor dat [appellant] in zijn getuigenverhoor heeft verklaard " [X] gaf mij toe aan dat als ik de prijs niet zou verhogen dat hij zijn spullen zou pakken en weg zou gaan". Het zou best kunnen dat ik dat gezegd heb want er waren meer mensen aan het werk dan dat de bedoeling was.
(…)"
"(…) Op 14 december is er een gesprek geweest tussen [X] en [appellant] waar ik bij aanwezig ben geweest. Wij liepen op een aantal punten vast. Als natuursteenlegger moet je als laatste in het huis aan het werk. Wij kunnen niet verder als andere aannemers nog bezig zijn. Daar liep het werk op vast. In meerdere ruimtes konden wij niet verder of konden wij niet beginnen. (…)
U vraagt mij of het op 14 december ook over andere dingen is gegaan dan over het niet door kunnen werken. [X] heeft toen gezegd dat wij het werk opschorten en na de feestdagen weer verder gaan. Ik weet niet meer wat [appellant] daarop zei. Wij hadden geen andere klus. Het was toen vorst en er lag sneeuw. En dat gaf ook problemen omdat tegels aan elkaar vast gevroren zaten door onvoldoende afdekking buiten en omdat er onvoldoende verwarmingsmogelijkheden binnen waren omdat de elektricien nog niet klaar was, waardoor er maar 3 groepen ter beschikking waren. Onze bedoeling was om na de feestdagen verder te gaan als het weer het toeliet. (…)"
" [X] gaf mij toen aan dat als ik de prijs niet zou verhogen dat hij zijn spullen zou pakken en weg zou gaan.") wordt ondersteund door die van [aannemer] . Deze heeft immers verklaard dat [X] op 14 december 2010 tegen hem gezegd heeft:
"Als ik er nu geen geld bij krijg dan stop ik."Weliswaar is [aannemer] niet bij het gesprek tussen [X] en [appellant] aanwezig geweest, maar zijn verklaring berust wél op wat [X] zelf rechtstreeks tegen hem gezegd heeft. Anders dan de kantonrechter heeft overwogen, is derhalve geen sprake van een verklaring 'van horen zeggen'.
Bovendien wordt de getuigenverklaring van [appellant] ondersteund door de getuigenverklaring van [X] zelf, die heeft verklaard:
"Het zou best kunnen dat ik dat gezegd heb want er waren meer mensen aan het werk dan dat de bedoeling was."Alhoewel [X] de door [geïntimeerden] gewenste prijsverhoging kennelijk koppelt aan het feit dat er op dat moment niet goed doorgewerkt kon worden vanwege de aanwezigheid van andere aannemers op het werk, staan deze woorden haaks op zijn eerdere verklaring dat hij tegen [appellant] zou hebben gezegd dat ze tijdelijk weggingen, omdat zij
"zo niet verder konden".
Het hof acht op grond van deze getuigenverklaringen, in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat [geïntimeerden] tegen [appellant] heeft gezegd dat zij zou weggaan c.q. stoppen met de werkzaamheden als de prijs niet verhoogd zou worden.
heeft verklaard dat [X]
niettegen hem heeft gezegd dat ze na 1 januari zouden terugkomen om verder te gaan met de werkzaamheden. Daartegenover staan de verklaringen van [X] en [Y] , die beiden hebben verklaard dat [X] dit wél tegen [appellant] heeft gezegd. De getuigenverklaring van [aannemer] biedt naar het oordeel van het hof steun aan de verklaring van [appellant] , omdat Leunnissen heeft verklaard dat [X] enkel tegen hem heeft gezegd dat hij stopte met de werkzaamheden, hetgeen méér wijst op een definitieve beëindiging dan een opschorting van de werkzaamheden.
Het hof kent voorts gewicht toe aan de brief van [appellant] aan [geïntimeerden] d.d. 20 december 2011 (zie hiervoor onder 3.1.5), waarin hij onder meer schrijft dat hij "persoonlijk van uw medewerker [X] mocht vernemen inzake het eenzijdig en voortijdig beëindigen van onze overeenkomst". Uit deze brief blijkt dat hij de door [X] op 14 december 2010 aan hem gedane mededelingen kennelijk in deze zin heeft opgevat. In haar schriftelijke reactie op deze brief d.d. 31 december 2010, waarvan [appellant] de ontvangst overigens betwist (zie hiervoor onder 7.2), schrijft [geïntimeerden] slechts in algemene termen "dat zij het door [appellant] gestelde absoluut niet onderschrijven en zich distantiëren van deze brief", zónder daarbij te expliciteren dat [appellant] de door [X] op 14 december 2010 gedane mededelingen verkeerd heeft geïnterpreteerd. Bovendien geeft [geïntimeerden] weliswaar te kennen "dat zij er alles aan zal doen om deze zaak tot een goed einde te brengen", maar dit wordt op geen enkele wijze concreet gemaakt door kenbaar te maken dát en wanneer de werkzaamheden zullen worden hervat. Feitelijk is [geïntimeerden] in januari 2010 ook niet op het werk teruggekeerd.
grieven 10, 11 en 12. Omdat de grieven 10, 11 (voor zover deze betrekking heeft op de reconventie) en 12 slagen, behoeft
grief 13geen bespreking. Ook de
grieven 1 t/m 4behoeven geen (afzonderlijke) bespreking.
Ontbinding
gedeeltelijkeontbinding van de overeenkomst, in die zin dat de overeenkomst ten aanzien van de nog te verrichten werkzaamheden wordt ontbonden. [appellant] vordert immers geen restitutie van reeds betaalde termijnen, maar ontbindingsschade ten aanzien van niet verrichte werkzaamheden.
- nog niet voltooide werkzaamheden;
- ontbindingsschade;
- ten onrechte in rekening gebrachte bedragen;
- ondeugdelijk verrichte werkzaamheden.
Nog niet voltooide werkzaamheden
Ontbindingsschade; niet verrichte werkzaamheden
Ingevolge artikel 6:277 BW heeft [appellant] recht op vergoeding van de schade die hij lijdt doordat geen wederzijdse nakoming doch ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt. Het hof acht deze schadepost in beginsel toewijsbaar, met dien verstande dat eerst meer duidelijkheid dient te worden verkregen over het resterende aantal m2, aangezien partijen daarover (innerlijk) tegenstrijdige standpunten innemen.
Ten onrechte in rekening gebrachte en betaalde bedragen; niet verricht (meer)werk en niet geleverde materialen
Volwassen keukenvloer € 110,-
Te veel in rekening gebrachte m2
badkamer/toilet 1e verdieping € 518,88
In rekening gebrachte gaten boren € 523,95
Te veel in rekening gebracht transport € 550,-
Te weinig geleverde tegelfix € 342,72
Onevenredig prijsverschil Mapai Keraflex € 589,- _________
Totaal exclusief btw € 2.634,55
btw 6% over € 1.702,83 € 102,17
btw 19% over € 931,72 € 177,03
_________
€ 2.913,75
Schade ten gevolge van ondeugdelijk verrichte werkzaamheden
1) [appellant] heeft te laat geklaagd over de kwaliteit van de werkzaamheden (artikel 6:89 BW);
2) [geïntimeerden] is ter zake van de beweerdelijke gebreken niet in gebreke gesteld c.q. in de gelegenheid gesteld om deze gebreken te herstellen.
3) [geïntimeerden] heeft deugdelijk werk geleverd; de expertise en de bevindingen van Jabjo worden betwist.
Schending van de klachtplicht?
- meerdere tegels liggen niet vlak waardoor hoogteverschil ontstaat ten opzichte van aangrenzende tegels;
- het verband wordt op meerdere plaatsen onderbroken door halve of anderszins gezaagde tegels;
- badkamer 1e verdieping: vensterbank achtergevel te klein gezaagd, vensterbank zijgevel ligt niet waterpas; afwerking bij deurkozijn te ruim gezaagd waardoor extra afwerklatten op kozijn noodzakelijk zijn;
- toilet 1e verdieping: afwerking van de hoek tegen de afspraak niet in verstek gezaagd;
- vloer masterbedroom en aangrenzende ruimten is niet doorlopend gelegd, waarbij aansluiting tussen slaapkamer, badkamer en dressing ontbreekt.
Het beroep van [geïntimeerden] op schending van de klachtplicht faalt derhalve voor zover het deze gebreken betreft.
- er is in strijd met de gemaakte afspraken op beide verdiepingen met twee verschillende soorten natuursteen door elkaar gewerkt;
- er is sprake van een hoogteverschil tussen de vloeren in de hal, de woonkamer en de keuken van 2,5 cm;
- er zijn tegels geplaatst met beschadigingen aan de randen.
Op de eerste verdieping1) een doorbuiging van de natuursteenvloer van ruim 30 mm als gevolg van het feit dat de natuursteenverwerker de ondervloer niet heeft uitgevlakt;
2) het voegwerk in de natuursteenvloer is niet naar behoren uitgevoerd;
Op de begane grond3) op de wanden van het toilet en de doucheruimte is het natuursteenverband niet aangehouden;
4) in de woonkamer is de natuursteenvloer in zijn geheel onthecht van de cementdekvloer met als gevolg velerlei opwelvingen, uitkomend voegwerk en holle klankkleuren;
5) de natuursteenvloer in de woonkamer is niet voorzien van dilatatievoegen, met name randisolatie;
6) de uitwendige hoeken in de woonkamer, welke in verstek zijn aangebracht, zijn niet deugdelijk uitgevoerd. (…)
In de kelder annex slaapkamer7) hier doen zich dezelfde problemen voor als in de woonkamer;
8) aangezien de natuursteenvloer is aangebracht op een vers speciebed, had met constructienetten gewerkt moeten worden.
Nu [geïntimeerden] ten aanzien van de 'nieuwe' gebreken geen afzonderlijk, hierop toegespitst verweer voert, heeft zij naar het oordeel van het hof ook ten aanzien van deze gebreken niet, althans onvoldoende onderbouwd gesteld dat [appellant] deze gebreken redelijkerwijs eerder had behoren te ontdekken en, zo ja wanneer en waarom in dat geval het tijdsverloop tussen dat moment en het tijdstip van klagen zolang is geweest dat niet gesproken kan worden van tijdig klagen.
Ingebrekestelling?
Zij is niet betrokken geweest bij het rapport Jabjo en niet uitgenodigd voor het bijwonen van het onderzoek.
[appellant] heeft zelf de tegels verzorgd.
De tegels waren niet maatvast, hetgeen tot een andere verdeling van de tegels leidt dan bij maatvaste tegels.
Bij niet-maatvaste tegels verschillen de hoogte en breedte nogal eens, hetgeen juist het mooie van een natuursteenverband is. Een hoogteverschil van 2 tot 3 mm is gebruikelijk.
Het tegelwerk voldoet aan de normen.
Niet duidelijk is of de klachten de werkzaamheden van [geïntimeerden] of van de nieuw ingeschakelde natuursteenverwerker betreffen.
Voor zover wordt geklaagd over ontbrekende constructienetten: [appellant] heeft niet gekozen voor constructienetten (dat is veel duurder), maar heeft gekozen voor het gebruik van een freesmachine.
Jabjo gaat in haar rapport niet uit van het feit dat de aangeleverde tegels een dikteverschil hadden van 17 tot 21 mm en niet haaks waren geleverd. Bovendien waren de vloeren niet vlak, zodat in de woonkamer met mortel in plaats van de lijmsoort moest worden gewerkt.
8.De beslissing
roldatum 9 februari 2016, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door het hof worden vastgesteld;
uiterlijk 4 weken voorafgaand aan deze comparitieaan het hof en de wederpartij worden toegestuurd;