ECLI:NL:RBROT:2021:6870
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan pluimveehouder wegens vangletsel bij dieren
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een VOF, eiseres, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. De zaak betreft de oplegging van een boete van € 1.500,- aan eiseres wegens overtredingen van de Wet dieren, specifiek gerelateerd aan vangletsel bij kuikens. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat op 2 juli 2019 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft het procesverloop besproken, waarbij op 5 maart 2021 een zitting heeft plaatsgevonden. Eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A.F. Kabiri, terwijl verweerder werd bijgestaan door een senior toezichthoudend dierenarts van de NVWA.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder voldoende bewijs heeft geleverd voor de vaststelling van vangletsel bij de kuikens van eiseres, gebaseerd op een rapport van bevindingen van een controle op 2 juli 2018. Eiseres heeft betoogd dat er geen overtreding heeft plaatsgevonden en dat de door verweerder gehanteerde handhavingsnorm niet wettelijk is vastgelegd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bewijslast bij verweerder ligt en dat de constateringen van de toezichthouder voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres verworpen en geconcludeerd dat de overtredingen zijn vastgesteld en dat de boete terecht is opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.