In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een netbeheerder, aangeduid als [Vennootschap 2], en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Agentschap Telecom). De zaak betreft de oplegging van een bestuurlijke boete van € 5000 en een last onder dwangsom aan de netbeheerder wegens het niet tijdig doorgeven van informatie over haar ondergrondse netten aan het kadaster, zoals vereist door de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (Wibon). De rechtbank heeft vastgesteld dat de netbeheerder herhaaldelijk niet voldeed aan de wettelijke verplichtingen, wat leidde tot een groot aantal 'alerts' van de Dienst voor het Kadaster.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin de netbeheerder bezwaar heeft gemaakt tegen het sanctiebesluit en de daaropvolgende besluiten van de staatssecretaris. De rechtbank heeft de argumenten van de netbeheerder, waaronder de stelling dat de opgelegde last niet uitvoerbaar was vanwege ICT-problemen, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de netbeheerder voldoende kennis en ervaring moest hebben om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen en dat de opgelegde boete en dwangsom niet onevenredig waren in verhouding tot de ernst van de overtredingen.
De rechtbank heeft de beroepen van de netbeheerder ongegrond verklaard en bevestigd dat de staatssecretaris terecht handhavend had opgetreden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.