In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende leesmapondernemingen en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de opgelegde boetes wegens overtreding van het kartelverbod. De ACM had boetes opgelegd aan de ondernemingen voor het onderling verdelen van klanten en het maken van afspraken om elkaars klanten niet te werven, wat in strijd is met artikel 6 van de Mededingingswet. De eisers, bestaande uit meerdere leesmapondernemingen, hebben tegen deze boetes beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overtredingen hebben plaatsgevonden van 30 maart 2004 tot en met 30 augustus 2012. De rechtbank heeft de hoogte van de boetes beoordeeld en geconcludeerd dat de ACM niet onterecht heeft gehandeld, maar heeft wel de boetes verlaagd wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft de boete voor de eiseressen vastgesteld op € 235.000,-, waarbij de rechtspersonen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een evenredige boete en de rol van de ACM in het handhaven van mededingingsregels.