ECLI:NL:RBROT:2016:460
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2016 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting Actiegroep Binnenlandse Baan. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht, waarin informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) was geweigerd. Verzoekster had eerder een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat op 4 december 2015 was afgewezen. In haar nieuwe verzoek van 22 december 2015 vroeg verzoekster de voorzieningenrechter om terug te komen op de eerdere uitspraak, omdat zij meende dat er onomkeerbare gevolgen zouden zijn voor de centrumontwikkeling, waaronder de sloop van een pand.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het buitengewoon rechtsmiddel van herziening niet openstaat tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter, tenzij het een einduitspraak betreft. Ook was er geen grond voor vervallenverklaring of rectificatie van de eerdere uitspraak. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster geen spoedeisend belang had bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat de vraag of het bestuursorgaan op goede gronden de openbaarmaking had geweigerd, in de bezwaarprocedure beoordeeld moest worden. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding was voor het treffen van enige voorziening en er geen proceskostenveroordeling plaatsvond.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.