ECLI:NL:RVS:2015:1965
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- W. Sorgdrager
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de acceptatie van een sloopmelding door het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 14 oktober 2014. De rechtbank had het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne op 5 december 2013 een melding voor het slopen van een kas had geaccepteerd. Het college verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen deze acceptatie op 20 januari 2014 niet-ontvankelijk.
[Appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de acceptatie van de sloopmelding een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen rechtsmiddelen openstaan. Hij stelt dat de rechtbank ten onrechte niet inhoudelijk op zijn beroepsgronden is ingegaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 mei 2015 ter zitting behandeld, waarbij [appellant] en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De Afdeling oordeelt dat de acceptatie van de sloopmelding geen rechtsgevolgen met zich meebrengt. Het Bouwbesluit 2012 bevat enkel een verbod om zonder melding te slopen, en het college had geen mogelijkheid om de melding niet te accepteren. Aangezien er geen nadere voorschriften aan de acceptatie zijn verbonden, concludeert de Afdeling dat de brief van 5 december 2013 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het hoger beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter mr. C.J. Borman, en de leden mr. W. Sorgdrager en mr. J.Th. Drop, in aanwezigheid van griffier mr. F.B. van der Maesen de Sombreff. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 juni 2015.