2.1.Op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn onverenigbaar met de interne markt en verboden alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:
a. het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden;
b. het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen;
c. het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen;
d. het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging;
e. het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.
3. ACM heeft de besluitvorming in de executieveilingzaken gesplitst in drie tranches waarbij de mate van betrokkenheid bij de vermeende afstemming bepalend is. In de eerste tranche zijn 14 handelaren beboet die betrokken zouden zijn bij 1.119 - 351 panden In de tweede tranche zijn 42 handelaren beboet die betrokken zouden zijn bij 350 - 87 panden in de derde tranche 27 handelaren, waaronder eiseres, die betrokken zouden zijn bij 86 - 40 panden.
4. Eiseres betwist niet dat zij de door ACM gestelde overtreding heeft begaan. De beroepsgronden van eiseres hebben betrekking op de hoogte van de door ACM opgelegde boete.
Betrokkenheid bij de overtreding
5. De rechtbank verwijst voor het kader en voor haar beoordeling van de (betrokkenheid bij de) overtreding kortheidshalve naar de uitspraken van heden in de zaken met de procedurenummers die hiervoor onder het procesverloop zijn genoemd.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een overtreding van artikel 6 van de Mw, en dat eiseres daaraan heeft deelgenomen.
Wat betreft eiseres is de rechtbank van oordeel dat ACM aannemelijk heeft gemaakt dat deze bij 71 panden betrokken is geweest, waarvan 14 naveilingen, waarop de afspraak ziet en dat zij gedurende de periode 25 oktober 2005 tot 12 oktober 2009 betrokken is geweest bij de afspraak.
6. Aan ACM komt in beginsel de bevoegdheid toe aan eiseres een boete op te leggen. Eiseres betwist het bestaan van die bevoegdheid niet, maar is van mening dat ACM bij het bestreden besluit ten onrechte heeft besloten tot handhaving van de ernstfactor van 2,5. Voorts stelt eiseres dat zij (ook) voor een boetevermindering van 10% in aanmerking komt, zoals door de rechtbank in de uitspraken van de handelaren in de eerste tranche is toegepast, omdat zij geen herfinanciering bij haar bank kan krijgen en daardoor ernstige schade heeft opgelopen.