“Gedurende het gesprek op kantoor en het huisbezoek con[stat]eert rapporteur veel vaagheden / tegenstrijdigheden / onjuistheden in de verklaringen van cliënt:
dhr. [X] is nog steeds de vriend van cliënt. In intakegesprek dd. 06-07-2015
verklaart cliënt nog dat zij graag met haar vriend en kindje wilt samenwonen. Cliënt is vervolgens eind augustus 2015 weer teruggegaan naar haar ouders en verklaart nu niet samen te kunnen wonen met dhr. [X] . Binnen een kort tijdsbestek zijn dit twee uitersten.
(…)
(…)
Cliënt verklaart aan het einde van het gesprek dat ze overdag wel eens verblijft op het adres aan de [adres 2] te Rotterdam. Zeker als zij familie over haar vloer krijgt bij haar ouders aan de [adres 3]. Op het adres aan de
[adres 2] woont nog steeds de vader van het kindje en cliënt zou hier tevens verblijven als ze rust wilt. Cliënt overnacht hier naar eigen zegge niet. Rapporteur vindt dit in combinatie met de voorgaande aanvragen uitkering opmerkelijk en dit geeft twijfels over de daadwerkelijke verblijfsituatie van cliënt.
(…)
Cliënt heeft gezien haar verblijf bij haar ouders rond eind augustus tot en met heden (anderhalf maand) heel weinig kleding en verzorgingsspullen voor haar twee kinderen in de woning aan de Polderstraat. Dit is niet gebruikelijk als je een pasgeboren kindje en een kindje van ruim 1 jaar heb. Tevens zou er een koffer met kinderkleding nog in de kelder liggen en cliënt zou geen tijd hebben gehad deze te halen. Cliënt woont echter al anderhalf maand op het adres, dus deze verklaring is niet aannemelijk. Tevens kan het feit dat er een koffer met kinderkleding in de kelder zou liggen ook niet worden gecontroleerd daar er geen sleutel van de kelder op dat moment in huis zou zijn (zusje die niet thuis is zou die in het bezit hebben).
De verklaring van cliënt inzake de wieg is niet aannemelijk. Cliënt verklaart letterlijk een uur voor het huisbezoek dat er een wieg van haar kindje op haar kamer ligt. Deze lag volgens cli[ë]nt opeens niet meer op haar kamer, maar in de kelder. De verklaring dat haar moeder deze heeft opgeruimd (onbekend wanneer precies) in combinatie met feit dat moeder nog lag te slapen tot een uur voor onze komst en dat er nu geen sleutel van de kelder aanwezig is in het huis, is vaag en dan ook niet aannemelijk. Het is niet aannemelijk dat er in het huishouden maar 1 sleutel van de kelder is en uitsluitend deze ene sleutel het zusje van [cliënt] heeft meegenomen.
Verklaring van cliënt betreft de slaapkamer van zusjes is vaag. In eerste instantie is verklaard dat beide zusjes zouden slapen op deze kamer, maar bij aankomst in de slaapkamer geeft cliënt aan dat zusje hier slaapt en opeens zou andere zusje ook hier slapen op een matras die niet in de kamer aanwezig is. Deze wordt opgeruimd door moeder. De eerder gegeven verklaring van cli[ë]nt komt kortweg niet overeen met de verklaring van cli[ë]nt, waarna het antwoord van cli[ë]nt wordt gewijzigd.
Verklaring van cliënt betreft het feit dat zoontje elke keer tandenborstel weggooit blijft vaag. [… D]e vraag waar laatste tandenborstel van zoontje is, blijft onbeantwoord. […].
Er zijn behalve een aantal baby-verzorgingsspullen en kledingstukken, geen andere attributen aangetroffen in de woning. Denk hierbij aan een wieg, kinderstoel, baby badje, box of dergelijke. De afwezigheid van al deze goederen in combinatie met het feit dat cliënt al een maand met haar kinderen op het adres zou verblijven is niet aannemelijk.
(…).”