ECLI:NL:RBROT:2013:5927
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking boetebesluit en verzoek tot voorlopige voorziening inzake mededingingsrechtelijke overtredingen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan op het verzoek van verzoekster, de Autoriteit Consument & Markt (ACM), om haar naam niet openbaar te maken in een boetebesluit. Dit boetebesluit, dat op 7 januari 2013 was genomen, betrof een bestuurlijke boete die aan verzoekster was opgelegd wegens overtreding van de Mededingingswet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in het algemeen de basis biedt voor de volledige openbaarmaking van boetebesluiten, inclusief de namen van betrokkenen, mits er een belangenafweging plaatsvindt. In dit geval woog het algemene belang van transparantie zwaarder dan het belang van verzoekster om geen onevenredig nadeel te lijden door de publicatie van haar naam.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de rechtmatigheid van het boetebesluit voorlopig is vastgesteld en dat er geen sprake is van onevenredige benadeling voor verzoekster. De rechter heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie en de noodzaak van een belangenafweging benadrukt. De uitspraak concludeert dat het verzoek om de openbaarmaking van de naam van verzoekster wordt afgewezen, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.