ECLI:NL:RBROT:2013:9860
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening inzake openbaarmaking boetebesluit door Autoriteit Consument & Markt
Op 12 december 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) betreffende de openbaarmaking van een boetebesluit. Het verzoeker was een persoon die bezwaar had gemaakt tegen de openbaarmaking van zijn naam in een besluit waarin hem een bestuurlijke boete was opgelegd. De ACM had op 2 september 2013 besloten om de naam van verzoeker en het boetebedrag openbaar te maken, wat verzoeker wilde voorkomen door een voorlopige voorziening aan te vragen. De voorzieningenrechter heeft op 29 oktober 2013 de zaak behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn dochter en ACM vertegenwoordigd werd door gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de ACM op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd was om het bestreden besluit te nemen en dat de rechtmatigheid van dit besluit voorlopig werd beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker zich schuldig had gemaakt aan een inbreuk op de Mededingingswet, zoals beschreven door de ACM, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een symbolische boete rechtvaardigden. Het verzoek om de openbaarmaking van het boetebesluit te verhinderen werd afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.