ECLI:NL:RBROT:2013:9862
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking boetebesluit en verzoek tot voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 december 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de openbaarmaking van een boetebesluit van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de openbaarmaking van zijn naam en het boetebedrag in het besluit van 7 januari 2013, waarin hem een bestuurlijke boete was opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een significant verschil was tussen de opgelegde boete en de boete die mogelijk na de bezwaarfase zou worden opgelegd. Dit leidde tot de conclusie dat ACM het boetebesluit niet integraal mocht publiceren. De voorzieningenrechter wees het verzoek van verzoeker toe, zodat de openbaarmaking van het boetebesluit zonder vermelding van het boetebedrag diende te geschieden. Dit was om te voorkomen dat verzoeker onterecht in de publiciteit zou komen, met vermelding van zijn naam en de boete. De voorzieningenrechter bepaalde ook dat ACM het door verzoeker betaalde griffierecht moest vergoeden en veroordeelde ACM in de proceskosten van verzoeker. De uitspraak benadrukt de bescherming van de privacy van betrokkenen in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen waar de openbaarmaking van gevoelige informatie kan leiden tot reputatieschade.