Uitspraak
1.De kern van de zaak
2.De procedure
- de dagvaarding van 4 juni 2025;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie tevens houdende conclusie van antwoord in het exhibitie-incident tevens houdende conclusie van eis in het exhibitie-incident;
- de conclusie van antwoord in het incident tevens houdende conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie.
3.De feiten
4.Het geschil
- voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig jegens [partij A] heeft gehandeld en/of toerekenbaar is tekortgeschoten jegens [partij A];
- voor recht zal verklaren dat [partij A] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en Dexia gehouden is om deze schade te vergoeden;
- Dexia zal veroordelen om de schade die [partij A] door het onrechtmatig handelen van Dexia heeft geleden, te vergoeden en tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Dexia te voldoen al hetgeen [partij A] heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente;
- Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van Dexia, vermeerderd met de wettelijke rente;
- Dexia zal veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
- voor recht zal verklaren dat Dexia met betrekking tot de overeenkomst met nummer [nummer 1] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [partij A] is verschuldigd;
- [partij A] zowel in conventie als in reconventie zal veroordelen in de proceskosten.
NLG 24.000,00 bedraagt, voorzien van het adviseursnummer [nummer 2]-NBG Finance en ondertekend door [partij A], haar echtgenoot en Bank Labouchere.
Dexia heeft er weliswaar op gewezen dat zij op geen enkele manier betrokken is geweest bij het contact tussen [partij A] en NBG Finance, maar dat kan haar niet baten. Voor zover Dexia daardoor in bewijsnood is, komt dit voor haar rekening en risico. Niet alleen had zij (zoals hiervoor overwogen) eerder bewijs kunnen verzamelen, daarbij komt dat zij destijds ervan heeft afgezien om eigen voorlichting te geven aan potentiële klanten en gebruik heeft gemaakt van NBG Finance voor de afzet van haar producten, terwijl het voor haar als aan toezicht onderworpen effecteninstelling verboden was om van deze tussenpersoon cliënten aan te nemen aan wie adviezen waren verstrekt. Het had op haar weg gelegen om controle daarop uit te oefenen en ervoor te zorgen dat zij wel over concrete informatie beschikte over de totstandkoming van een overeenkomst en de daarbij betrokken (medewerker van de) tussenpersoon. [6] Doordat Dexia de door [partij A] geschetste gang van zaken onvoldoende heeft weersproken en de stellingen van [partij A] in lijn zijn met de gebruikelijke werkwijze van tussenpersonen, wordt van de juistheid van haar relaas uitgegaan. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
€ 100,00
6.De beslissing
€ 82,00;