Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief van de rechtbank waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
3.De feiten
2c. Wat betekent het intrekken van het certificaat voor [eiseres] en wat moet [eiseres] doen?
Dit betekent:
(…)
6. Skal informeert de andere controlerende autoriteiten en -organen, CUC Nederland, de Europese Commissie, de douane en de NVWA over dit besluit.
(…)
per directovergaan tot het publiceren van de hiervoor genoemde informatie op haar website.
4.Het geschil
5.De beoordeling
de mogelijkheiddat schade is of zal worden geleden aannemelijk zijn. Er hoeft dus niet aannemelijk te zijn dát enige schade is geleden (HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:428; HR 8 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:328). Evenmin gaat de stelplicht van [eiseres] zover dat zij in het hoofdgeding gehouden is om de schadeposten en het beloop ervan specifiek op te geven.
Skal betoogt ter onderbouwing van haar stelling dat [eiseres] geen schade heeft geleden als gevolg van de decertificering dat de [schip 3] -lading in december 2019 al geheel was doorverkocht en dat de gehele [schip 5] -lading en een deel van de [schip 4] -lading ten tijde van het intrekken van het bio-certificaat in de opslag van [eiseres] lagen. Voor zover dit juist is, neemt een en ander echter niet weg dat [eiseres] ten aanzien van het andere deel van de [schip 4] -lading mogelijk wel schade heeft geleden. Skal stelt namelijk zelf dat [eiseres] ten aanzien van dat deel heeft aangegeven dat dit tot olie is geperst of als gangbaar (dus niet biologisch) is verkocht.
primaire besluittot intrekking van het bio-certificaat en van het
primaire publicatiebesluitin de beroepsprocedure geen sprake geweest.
6.De beslissing
R. Rijnhout en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.