Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juli 2024;
- de incidentele vordering ex artikel 843a Rv tevens houdende conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident tevens houdende conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens houdende conclusie van repliek in reconventie;
- conclusie van dupliek in reconventie tevens houdende akte uitlaten producties in conventie.
2.De feiten
– al dan niet bij wijze van vooruitbetaling – in totaal een bedrag van € 13.072,44 aan termijnen en een bedrag van € 5.797,84 wegens restschuld aan Dexia betaald. Volgens dezelfde opgave van Dexia heeft [partij A] € 1.982,59 aan dividenden ontvangen en € 433,90 aan fiscaal voordeel genoten. Op 18 januari 2012 heeft Dexia een bedrag van € 4.000,24 aan [partij A] uitgekeerd, volgens Dexia tweederde van de restschuld inclusief reeds verschenen rente.
3.Het geschil in conventie, reconventie en in de incidenten
- voorwaardelijk, namelijk voor zover Dexia bij conclusie van antwoord de aanvraagformulieren en haar versie van de ondertekende overeenkomsten niet inbrengt, Dexia ex artikel 843a Rv zal veroordelen om van deze stukken afschriften te verstrekken;
- voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatige heeft gehandeld en/of toerekenbaar is tekortschoten jegens [partij A] ;
- voor recht zal verklaren dat [partij A] schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van Dexia en Dexia gehouden is om deze schade te vergoeden;
- Dexia zal veroordelen om de schade die [partij A] door het onrechtmatig handelen van Dexia heeft geleden, te vergoeden en tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [partij A] te voldoen al hetgeen [partij A] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover;
- Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van [partij A] , vermeerderd met de wettelijke rente;
- Dexia zal veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.De beoordeling in conventie, reconventie en in de incidenten
- er is sprake van huurkoop;
- er is geen sprake van dwaling, misleidende reclame en/of misbruik van omstandigheden. Evenmin is er sprake van (ver)nietig(baar)heid krachtens de Wck;
- Dexia heeft haar bijzondere zorgplichten geschonden, in elk geval de waarschuwingsplicht, en daardoor heeft zij onrechtmatig gehandeld;
- [partij A] heeft schade geleden, bestaande uit de betaalde termijnen en restschuld;
- er is voldoende causaal verband aanwezig tussen de hiervoor bedoelde schade van [partij A] en de onrechtmatige daad van Dexia.
– en in elk geval sinds de ‘opt-out’ door [partij A] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomsten en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden. Van hen mag dan ook verlangd worden dat zij de voor hun procespositie relevantie informatie en stukken hebben verzameld en bewaard.
NLG 3.200,00 voor het ene product en een vooruitbetaling van ongeveer NLG 4.800,00 voor het andere product. [partij A] diende hiervoor zijn hypotheek over te sluiten en te verhogen. Het bedrag dat uit de hypotheekverhoging vrijkwam, diende [partij A] in een depot te storten. Concreet was het advies volgens [partij A] om de hypotheek bij de SNS Bank van NLG 392.359,92 af te lossen en de hypotheek over te sluiten naar een hypotheek van NLG 440.000,00 bij de ASR Bank. Na het verrekenen van de kosten van het opnemen van de hypotheek, zou er een bedrag vrijkomen wat voor het depot zou zijn. [partij A] stelt zich op het standpunt dat het advies vervolgens was om een deel van dit bedrag te gebruiken om de Profit Effect overeenkomsten van gezamenlijk ongeveer NLG 8.088,00 vooruit te betalen en het overige deel van NLG 28.000,00 te gebruiken om te beleggen in een Fidelity Fonds. Met de Profit Effect overeenkomsten zou [partij A] volgens [adviseur] gegarandeerd vermogen opbouwen voor de toekomst en, uit- en met de opbrengsten van het Fidelity Fonds, zou [partij A] de jaarlijkse hypotheekpremie kunnen betalen en de hypotheek kunnen inlossen. Op deze wijze konden volgens [adviseur] de doelen van [partij A] bereikt worden. [adviseur] zou het een en ander op papier zetten om zijn advies te verduidelijken. Per post heeft [partij A] vervolgens een berekening ontvangen met betrekking tot de financiering van de woning (overgelegd door [partij A] als productie B bij dagvaarding) en een cashflow overzicht van het Profit Effect (overgelegd door [partij A] als productie C bij dagvaarding).
- een kopie van de Profit Effect overeenkomst met nummer [contractnummer 1] voorzien van het adviseursnummer [adviseurnummer] - [bedrijf] ;
- een kopie van de Profit Effect overeenkomst met nummer [contractnummer 2] voorzien van het adviseursnummer [adviseurnummer] - [bedrijf] ;
- een kopie van een hypotheekberekening afkomstig van [bedrijf] en geadresseerd aan [partij A] met daarop ook handgeschreven berekeningen;
- een CashFlow Profit Effect berekening;
- een kopie van de afrekening waaruit volgt dat [partij A] een hypotheek bij de SNS Bank van NLG 392.359,92 heeft afgelost en een hypotheek ten behoeve van de ASR Bank is afgesloten voor NLG 440.000,00;
- een kopie van het aanmeldformulier op naam van [partij A] voor een Fidelity Fonds van NLG 28.000,00;
- een kopie van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van [bedrijf] met daarop de bedrijfsomschrijving: ‘
- degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben;
- het moet gaan om bepaalde bescheiden;
- aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
€ 135,00