ECLI:NL:RBOVE:2024:1768
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsingsmaatstaf bij nieuwe aanvraag om Pgb op grond van de Wlz na een eerdere intrekking
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een persoonsgebonden budget (pgb) in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, die volledig ADL-afhankelijk is, had eerder een pgb toegekend gekregen, maar deze was ingetrokken na onderzoek naar de rechtmatigheid van de bestedingen. Het zorgkantoor, Menzis Zorgkantoor, had geconstateerd dat de zorg niet op de juiste wijze was geleverd en dat er geen goede administratie was bijgehouden. Eiseres had op 21 januari 2023 een nieuwe aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen op basis van de eerdere intrekking. De rechtbank heeft vastgesteld dat het zorgkantoor de nieuwe aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de wet dwingend voorschrijft dat een pgb geweigerd moet worden als de verzekerde zich bij een eerdere verstrekking niet aan de verplichtingen heeft gehouden. Eiseres voerde aan dat de intrekking nog niet in rechte vaststond, maar de rechtbank oordeelde dat het zorgkantoor de eerdere intrekking op goede gronden had gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen ruimte is voor een belangenafweging en dat de afwijzing van de nieuwe aanvraag terecht was. Eiseres heeft geen concrete feiten aangedragen die de eerdere intrekking zouden kunnen weerleggen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt het zorgkantoor tot betaling van proceskosten aan eiseres.