6.4.Tot slot voert eiseres aan dat, voor zover de indicatie naar het oordeel van de rechtbank hoger zou moeten zijn, indirecte tijd voor contactmomenten met de hulp moet worden geïndiceerd.
7. In het verweerschrift blijft het college bij zijn standpunt. Wel heeft het college vermeld dat eiseres sinds mei 2023 in een revalidatiecentrum verblijft. In verband daarmee heeft eiseres vanaf 27 mei 2023 geen huishoudelijke hulp afgenomen. Het college stelt in het verweerschrift dat het de indicatie inmiddels met terugwerkende kracht heeft beëindigd. Als eiseres weer thuis is, zal het college een nieuw onderzoek doen naar de situatie van eiseres.
Overwegingen van de rechtbank
8. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
9. Tijdens de zitting is gebleken dat het college de indicatie voor huishoudelijke hulp, in tegenstelling tot wat het college in het verweerschrift heeft vermeld, niet met terugwerkende kracht vanaf 27 mei 2023 heeft beëindigd. Omdat eiseres vanaf mei 2023 in een revalidatiecentrum verblijft, heeft zij vanaf eind mei 2023 geen zorg meer afgenomen. De verwachting is dat eiseres eind februari 2024 weer thuis komt. Zolang de indicatie niet is beëindigd, geldt het bestreden besluit en wordt aan eiseres na haar thuiskomst nog steeds hulp bij het huishouden voor 2 uur en 18 minuten per week in de vorm van zorg in natura verstrekt tot en met 31 januari 2026. De rechtbank is van oordeel dat eiseres daarom wel procesbelang heeft bij haar beroep. Nu de toekenning van de huishoudelijke hulp nog doorloopt tot 31 januari 2026, is geen sprake van een in het verleden liggende, afgesloten periode. Het resultaat dat eiseres met het beroep nastreeft, kan dan ook daadwerkelijk worden bereikt en het realiseren van dat resultaat kan voor haar feitelijk betekenis hebben.
10. In geschil is of de omvang van de toegekende hulp bij het huishouden van 2 uur en 18 minuten per week voldoende is. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
11. Volgens vaste rechtspraak moeten regels op basis waarvan de omvang van een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp wordt vastgesteld, steunen op deugdelijk onderzoek verricht door onafhankelijke, geen belang bij de uitkomst hebbende, derden.
12. Het college heeft voor het bepalen van de omvang van de huishoudelijke hulp het HHM Normenkader 2019 gehanteerd. Dit door Bureau HHM opgestelde normenkader voorziet in een basismodule in uren/minuten per jaar voor het resultaat schoon en leefbaar huis.
HHM Normenkader 2019 resultaat schoon en leefbaar huis
13. In een recente uitspraakheeft de CRvB geoordeeld dat het HHM Normenkader 2019, voor zover dat ziet op het resultaat schoon en leefbaar huis, zowel ten aanzien van de in het normenkader opgenomen basismodule als ten aanzien van de verschillende invloedsfactoren voor meer of minder inzet, mag worden gebruikt als uitgangspunt bij het bepalen van de omvang van de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp. Uit het HHM Normenkader 2019 blijkt volgens de CRvB op inzichtelijke wijze dat dit kader het resultaat is van een deugdelijk onderzoek verricht door onafhankelijke, geen belang bij de uitkomst hebbende, derden. Het rapport is mede gebaseerd op het onderzoek van KPMG Plexus en Bureau HHM in de gemeente Utrecht. De CRvB heeft al in zijn uitspraken van 10 december 2018 geoordeeld dat dit onderzoek aan vorenbedoelde eisen voldoet, ondanks dat het niet voldoet aan de in het door eiser aangehaalde rapport‑Homan bedoelde wetenschappelijke maatstaven.Verder wijst de CRvB er in zijn uitspraak van 13 december 2023 op dat in het HHM Normenkader 2019 op gedegen en inzichtelijke wijze rekening is gehouden met de resultaten van (nadien verrichte) onderzoeken in enkele tientallen gemeenten en regio’s naar nieuwe actuele maatstaven voor huishoudelijke hulp. De in het rapport opgenomen normtijden zijn herleidbaar naar de resultaten van vorenbedoelde onderzoeken en de daarop gebaseerde rapporten.