3.11Uit het voorgaande volgt dat verweerder niet bevoegd was de aanvraag van eiseres met toepassing van artikel 4:5, eerste lid, van de Awb buiten behandeling te stellen.
4. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking. Verweerder zal nader op het bezwaar van eiseres dienen te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak.
5. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 990,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 495,00 en een wegingsfactor 1). Omdat aan eiseres een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van € 46,-- aan eiseres vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 990,00 ter zake van verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.M. Elderman, rechter, in aanwezigheid van
W. Veldman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Afschrift verzonden aan partijen op: