ECLI:NL:RBOBR:2025:3278
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde woning vastgesteld door heffingsambtenaar, beroep ongegrond
Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak over de WOZ-waarde van een woning. Eiser, eigenaar van een twee-onder-een-kapwoning, had beroep aangetekend tegen de vastgestelde WOZ-waarde van € 432.000 per 1 januari 2022, zoals vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Land van Cuijk. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de relevante verschillen bij de waardering van de woning. Eiser voerde aan dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de schuine kapconstructie en de toestand van de woning, maar de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar zijn standpunt voldoende had onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.