Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juli 2023;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, tevens voorwaardelijke wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagde] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
[adviesnummer] - [A] B.V..
Het verlenen van bemiddeling bij het afsluiten van overeenkomsten van verzekering, het verzorgen van financieringen, het voeren van administraties, het verrichten van managementdiensten en de aan- en verkoop van goederen,
Sinds de oprichting van het bedrijf in 1988 is [A] van een assurantiekantoor uitgegroeid tot een gerenommeerd adviesbureau dat gespecialiseerd is in hypotheken, verzekeringen, pensioenen, sparen/beleggen en financieringen.(…).
conclusie4.15. Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] niets meer aan Dexia is verschuldigd en dat niet ten volle kan worden vastgesteld dat Dexia niets meer aan [gedaagde] is verschuldigd. Wat Dexia nog wel aan [gedaagde] is verschuldigd, kunnen partijen inmiddels berekenen. De voor vergoeding in aanmerking komende schade bestaat uit de door de afnemer betaalde inleg (termijnbetalingen en eventuele aflossingen) en het niet vergoede gedeelte van de (fictieve) restschuld. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met te verrekenen genoten voordelen, waaronder dividenduitkeringen, fiscale voordelen en een eventueel in aanmerking te nemen batig saldo uit voorgaande overeenkomsten. Een en ander volgens het door Dexia overgelegde financiële overzicht waarvan de juistheid door [gedaagde] , behoudens het daarin berekende fiscaal voordeel, niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist. [gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord een biljet van proces overgelegd waaruit volgens [gedaagde] volgt dat Dexia het verkeerde belastingtarief (50%) heeft gebruikt. Het hof ’s-Hertogenbosch heeft in het arrest van 16 april 2024 (ECLI:NL:GHSHE:2024:1327) uitgelegd hoe de berekening gemaakt moet worden om het fiscaal voordeel te begroten in de gevallen waar de Wet IB 1964 van toepassing is. Daaruit volgt dat in deze zaak bij de berekening van het fiscaal voordeel moet worden uitgegaan van het lagere, door [gedaagde] genoemde tarief, nu Dexia niet gemotiveerd heeft betwist dat tariefgroep 4 van toepassing is.
€ 135,00