Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Land van Cuijk, de heffingsambtenaar
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de Staat der Nederlanden (de Staat).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
relevantepunten, helder en begrijpelijk weer te geven en zich in de beperking meester te tonen. De rechtbank roept eisers gemachtigde op om dit in volgende zaken ter harte te nemen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiser tot een bedrag van € 100, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 209,25 aan proceskosten aan eiser, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening.