4.1.In deze zaak spelen vier kwesties. Kwestie A ziet op [eiseres] stelling dat [gedaagde sub 1] onbevoegd optreedt als executeur-afwikkelingsbewindvoerder en dus ook niet bevoegd was om tot verkoop en levering van de woning over te gaan, kwestie B ziet op geldelijke transacties/schenkingen bij leven van moeder, kwestie C ziet op betalingen aan 24-uurs zorg, en kwestie D ziet op pintransacties en betalingen van de bankrekening van moeder naar [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] . Voor al deze kwesties zijn afzonderlijke vorderingen ingesteld. [eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
In kwestie A
I
a. a) Voor recht te verklaren dat notaris [gedaagde sub 1] niet is aan te merken als afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap van erflaatster, dat alle verdelingshandelingen die notaris [gedaagde sub 1] heeft getroffen mitsdien niet
rechtsgeldig zijn.
b) Voor recht te verklaren dat notaris [gedaagde sub 1] niet (beschikkings-)bevoegd was tot de verkoop en levering van de woning aan de [adres] te [postcode] [plaats] (kadastraal bekend als gemeente [plaats] , sectie [sectie] nr. [nummer] ) aan de heer [gedaagde sub 6] en mevrouw [gedaagde sub 5] .
c) Voor recht te verklaren dat notaris [gedaagde sub 1] door die woning wel te verkopen en te leveren onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten daarvan en mitsdien gehouden is eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten de door haar handelwijze veroorzaakte schade te vergoeden, waarbij de exacte schade nader zal worden opgemaakt bij staat.
subsidiair: een verklaring voor recht af te geven zoals de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
d) Voor recht te verklaren dat notaris [gedaagde sub 1] door de woning wel te verkopen en te leveren onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten daarvan en mitsdien gehouden is eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten te vrijwaren voor alle aanspraken zijdens de kopers, de heer [gedaagde sub 6] en mevrouw [gedaagde sub 5] .
subsidiair: een verklaring voor recht af te geven zoals de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
e) Voor recht te verklaren dat notaris [gedaagde sub 1] onbevoegd was tot de verkoop van de effectenportefeuille van de nalatenschap over te gaan en door deze wel te verkopen en te leveren onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten daarvan en mitsdien gehouden is eiseres, de nalatenschap en de deelgenoten de door haar handelwijze veroorzaakte schade te vergoeden, waarbij de exacte schade nader zal worden opgemaakt bij staat.
subsidiair: een verklaring voor recht af te geven zoals de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
f) Notaris [gedaagde sub 1] te bevelen al hetgeen zij aan informatie heeft ontvangen (via brief, email of anderszins) betrekkelijk tot deze nalatenschap en al hetgeen zij heeft verzonden betrekkelijk tot deze nalatenschap (via brief, email of anderszins) aan alle deelgenoten in afschrift (waaronder [eiseres] ) te verstrekken waarbij de originele stukken aan [eiseres] worden afgegeven om vervolgens alle overblijvende data en informatie betrekkelijk tot deze nalatenschap -in welke vorm dan ook- te vernietigen, alles binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 500,00 per keer of dag dat gedaagde in gebreke blijft aan het bevel te voldoen, zulks met een maximum van € 50.000,00.
g) Notaris [gedaagde sub 1] te veroordelen om alle gelden die aan de nalatenschap toebehoren en die zij thans onder zich heeft tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de nalatenschap, vermeerderd met factuurbedragen die zij vanuit het vermogen van de nalatenschap aan zichzelf of aan derden heeft betaald.
h) Notaris [gedaagde sub 1] te bevelen rekening en verantwoording af te leggen aan de nalatenschap ter zake het door haar gevoerde beheer, alles binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 500,00 per keer of dag dat gedaagde in gebreke blijft aan het bevel te voldoen, zulks met een maximum van € 50.000,00.
II
Voor recht te verklaren dat de onroerende zaak plaatselijk bekend als [adres] te [postcode] [plaats] (kadastraal bekend als gemeente [kadastrale aanduiding] ) in eigendom toebehoort aan de nalatenschap van erflaatster en daarmee in gezamenlijkheid aan [eiseres] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] .
subsidiair: een verklaring voor recht af te geven zoals de Rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
III
a. a) [gedaagde sub 6] en mevrouw [gedaagde sub 5] te bevelen de woning te ontruimen en wel binnen 1 maand na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, zulks op verbeurte van een dwangsom
b) [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 5] te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 3.999,05 ten titel van schadevergoeding wegens gemaakte buitengerechtelijke incassokosten.
Ter zake Kwestie B:
IV
Voor recht te verklaren dat de nalatenschap een vordering heeft op [gedaagde sub 4] tot terugbetaling van respectievelijk € 100.000,00 (wegens de “schenking” van € 100.000,00 op 1 november 2014) vermeerderd met de “geschonken”
bedragen in 2010 tot 2014 ad (€ 5.000,00 + 5.030,00 + 5.030,00 + 5.141,00 =) € 20.201,00, te vermeerderen met wettelijke rente
V
De - partiële - verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen, -zo nodig onder opschortende voorwaarde van het voltooien van de executele c.q. vereffening van de nalatenschap- in die zin dat de vordering van de nalatenschap op [gedaagde sub 4] tot terugbetaling van respectievelijk € 100.000,00 (wegens de “schenking” van € 100.000,00 op 1 november 2014) vermeerderd met de “geschonken” bedragen in 2010 tot 2014 ad (€ 5.000,00 + 5.030,00 + 5.030,00 + 5.141,00 =) € 20.201,00, te vermeerderen met wettelijke rente, wordt toebedeeld aan [gedaagde sub 4] zelf op de voet van artikel 3:184 BW, en [gedaagde sub 4] te veroordelen wegens overbedeling aan eiseres te betalen:
-primair: een derde deel van de genoemde bedragen met rente nu [gedaagde sub 4] op de voet van 3:194 lid 2 BW haar aandeel heeft verbeurd.
-subsidiair: een vierde deel van de genoemde bedragen met rente, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
VI
Voor recht te verklaren dat de nalatenschap een vordering heeft op [gedaagde sub 2] tot terugbetaling van de “geschonken” bedragen in 2012 t/m 2018 ad (€ 5.030,00 + 5.141,00 + 5.229,00 + 5.277,00 + 5.363,00 =) € 26.040,00, te vermeerderen met wettelijke rente
VII
De - partiële - verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen, -zo nodig onder opschortende voorwaarde van het voltooien van de executele c.q. vereffening van de nalatenschap- in die zin dat de vordering van de nalatenschap op [gedaagde sub 2] tot terugbetaling van de “geschonken” bedragen in 2012 t/m 2018 ad (€ 5.030,00 + 5.141,00 + 5.229,00 + 5.277,00 + 5.363,00 =) € 26.040,00, te vermeerderen met wettelijke rente, wordt toebedeeld aan [gedaagde sub 2] zelf op de voet van artikel 3:184 BW, en [gedaagde sub 2] te veroordelen wegens overbedeling aan eiseres te betalen:
-primair: een derde deel van de genoemde bedragen met rente nu [gedaagde sub 2] op de voet van 3:194 lid 2 BW haar aandeel heeft verbeurd.
-subsidiair: een vierde deel van de genoemde bedragen met rente, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren
Ter zake Kwestie C:
VIII
Voor recht te verklaren dat de nalatenschap een vordering heeft op [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 2] op de voet van artikel 6:162 BW voor een bedrag van € 333.736,04 althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal
vermenen te behoren.
IX
De - partiële - verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen, -zo nodig onder opschortende voorwaarde van het voltooien van de executele c.q. vereffening van de nalatenschap- in die zin dat de vordering van de nalatenschap op [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] tot betaling van het in het vorige onderdeel van dit petitum bedoelde bedrag € 333.736,04, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, wordt toebedeeld aan [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] zelf op de voet van artikel 3:184 BW (ieder voor een gelijk deel), en
[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] te veroordelen wegens overbedeling aan eiseres te betalen:
een vierde deel van de genoemde bedragen met rente, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
Ter zake kwestie D:
X
[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] te bevelen rekening en verantwoording af te leggen ter zake alle transacties vanaf 01-01-2012 (subsidiair: vanaf 6 februari 2014) tot aan het moment van overlijden van erflaatster en wel binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op verbeurte van een dwangsom.
XI
Voor recht te verklaren dat de nalatenschap een vordering heeft op [gedaagde sub 2] tot terugbetaling van de giraal vanaf de rekening van erflaatster aan haar overgemaakte gelden (wegens vermeend voorschieten voor erflaatster) in de
periode 2012 t/m 2018 ad € 7.448,57, te vermeerderen met wettelijke rente
XII
De - partiële - verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen, -zo nodig onder opschortende voorwaarde van het voltooien van de executele c.q. vereffening van de nalatenschap- in die zin dat de vordering van de nalatenschap op [gedaagde sub 2] tot terugbetaling van het onder XI genoemde bedrag ad € 7.448,57 te vermeerderen met wettelijke rente, wordt toebedeeld aan [gedaagde sub 2] zelf op de voet van artikel 3:184 BW, en [gedaagde sub 2] te veroordelen wegens overbedeling aan eiseres te betalen:
-primair: een derde deel van de genoemde bedragen met rente nu [gedaagde sub 2] op de voet van 3:194 lid 2 BW haar aandeel heeft verbeurd.
-subsidiair: een vierde deel van de genoemde bedragen met rente, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
XIII
Voor recht te verklaren dat de nalatenschap een vordering heeft op [gedaagde sub 4] tot terugbetaling van de giraal vanaf de rekening van erflaatster aan haar overgemaakte gelden (wegens vermeend voorschieten voor erflaatster) in de
periode 2012 t/m 2018 ad € 32.768,79 (zie productie 13 A), te vermeerderen met wettelijke rente
XIV
De -partiële- verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast te stellen, -zo nodig onder opschortende voorwaarde van het voltooien van de executele c.q. vereffening van de nalatenschap- in die zin dat de vordering van de nalatenschap op [gedaagde sub 4] tot terugbetaling van het onder XIII genoemde bedrag ad € 32.768,79 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van betaling vanaf de rekening van erflaatster tot de dag van algehele voldoening, wordt toebedeeld aan [gedaagde sub 4] zelf op de voet van artikel 3:184 BW, en [gedaagde sub 4] te veroordelen wegens overbedeling aan eiseres te betalen:
-primair: een derde deel van de genoemde bedragen met rente nu [gedaagde sub 4] op de voet van 3:194 lid 2 BW haar aandeel heeft verbeurd.
-subsidiair: een vierde deel van de genoemde bedragen met rente, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
Overig:
XV
Gedaagden in persoon te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder in de nakosten, vermeerderd met rente